Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 13 december 2018

Gegevens

Instantie: Hof van Justitie EU

Datum uitspraak: 13 december 2018

Uitspraak

Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 13 december 2018 –
EDF/Commissie

(Zaak C‑221/18 P)^(*)

"„Hogere voorziening - Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Staatssteun - Eerste besluit van de Europese Commissie - Staatssteun onverenigbaar met de interne markt - Nietigverklaring door het Gerecht van de Europese Unie - Bevestiging door het Hof van Justitie van de Europese Unie - Tweede besluit van de Commissie - Staatssteun onverenigbaar met de interne markt - Verwerping van het beroep tot nietigverklaring - Artikel 266 VWEU - Schending van het gezag van het gewijsde van het eerste arrest van het Gerecht - Onjuiste opvatting van het bewijs - Miskenning door het Gerecht van de verplichtingen van de Commissie tot nauwgezet en onpartijdig onderzoek - Motiveringsgebrek - Kwalificatie van de maatregel - Nieuwe steun of bestaande steun”"

Hogere voorzieningMiddelenOnjuiste beoordeling van de feitenNiet-ontvankelijkheidToetsing door het Hof van de beoordeling van de feiten en de bewijzenUitgesloten, behoudens het geval van een onjuiste opvatting

(Art. 256, lid 1, tweede alinea, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea)

(zie punt 24)

Gerechtelijke procedureGezag van gewijsdeStrekkingNiet-ontvankelijkheid van een tweede beroepVoorwaardenIdentiteit van partijen, voorwerp en middelen in de twee beroepen

(zie punt 25)

Hogere voorzieningMiddelenOntoereikende motiveringOmvang van de motiveringsplichtVerplichting voor het Gerecht om afwijkingen tussen verscheidene arresten te rechtvaardigenGeen

(Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 36 en 53, eerste alinea)

(zie punt 34)

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Électricité de France (EDF) wordt verwezen in de kosten.