Home

Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 19 maart 2019

Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 19 maart 2019

Gegevens

Instantie
Hof van Justitie EU
Datum uitspraak
19 maart 2019

Uitspraak

Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 19 maart 2019 –
Sevenfriday/EUIPO

(Zaak C‑734/18 P)

"„Hogere voorziening - Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Uniemerk - Aanvraag tot inschrijving van het woordmerk SEVENFRIDAY - Oppositieprocedure - Afwijzing van de aanvraag tot inschrijving - Verordening (EG) nr. 207/2009 - Artikel 8, lid 1, onder b) - Hogere voorziening kennelijk niet-ontvankelijk”"

Hogere voorzieningMiddelenGeen precieze kritiek op een onderdeel van de redenering van het Gerecht en geen juridische argumenten ter ondersteuning van de hogere voorzieningNiet-ontvankelijkheid

[Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 168, lid 1, d), en 169, lid 2]

(zie punt 5)

Hogere voorzieningMiddelenLoutere herhaling van de voor het Gerecht aangevoerde middelen en argumentenNiet-ontvankelijkheidBestrijding van de uitlegging of de toepassing van het Unierecht door het GerechtOntvankelijkheid

[Art. 256, lid 1, tweede alinea, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 168, lid 1, d)]

(zie punt 5)

Hogere voorzieningMiddelenMiddel dat voor het eerst wordt aangevoerd in hogere voorzieningNiet-ontvankelijkheid

(Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 170, lid 1)

(zie punt 5)

Hogere voorzieningMiddelenOnjuiste beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaalNiet-ontvankelijkheidToetsing door het Hof van de beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaalUitgesloten, behoudens het geval van een onjuiste opvatting

(Art. 256, lid 1, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea)

(zie punt 5)

Dictum

De hogere voorziening wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

Sevenfriday AG draagt haar eigen kosten.