Zaken T-150/18 en T-345/18: Arrest van het Gerecht van 9 september 2020 — BNP Paribas / ECB [“Economisch en monetair beleid – Prudentieel toezicht op kredietinstellingen – Bijdrage aan het depositogarantiestelsel of het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds door middel van onherroepelijke betalingstoezeggingen – Aan de ECB opgedragen taken – Specifieke toezichtbevoegdheden van de ECB – Artikel 4, lid 1, onder f), en artikel 16, lid 1, onder c), en lid 2, onder d), van verordening (EU) nr. 1024/2013 – Maatregel waarbij wordt opgelegd dat het totale bedrag van de uitstaande onherroepelijke betalingstoezeggingen in mindering wordt gebracht op het tier 1-kernkapitaal – Geen individuele toetsing”]
Zaken T-150/18 en T-345/18: Arrest van het Gerecht van 9 september 2020 — BNP Paribas / ECB [“Economisch en monetair beleid – Prudentieel toezicht op kredietinstellingen – Bijdrage aan het depositogarantiestelsel of het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds door middel van onherroepelijke betalingstoezeggingen – Aan de ECB opgedragen taken – Specifieke toezichtbevoegdheden van de ECB – Artikel 4, lid 1, onder f), en artikel 16, lid 1, onder c), en lid 2, onder d), van verordening (EU) nr. 1024/2013 – Maatregel waarbij wordt opgelegd dat het totale bedrag van de uitstaande onherroepelijke betalingstoezeggingen in mindering wordt gebracht op het tier 1-kernkapitaal – Geen individuele toetsing”]
9.11.2020 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 378/27 |
Arrest van het Gerecht van 9 september 2020 — BNP Paribas / ECB
(Zaken T-150/18 en T-345/18) (1)
(“Economisch en monetair beleid - Prudentieel toezicht op kredietinstellingen - Bijdrage aan het depositogarantiestelsel of het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds door middel van onherroepelijke betalingstoezeggingen - Aan de ECB opgedragen taken - Specifieke toezichtbevoegdheden van de ECB - Artikel 4, lid 1, onder f), en artikel 16, lid 1, onder c), en lid 2, onder d), van verordening (EU) nr. 1024/2013 - Maatregel waarbij wordt opgelegd dat het totale bedrag van de uitstaande onherroepelijke betalingstoezeggingen in mindering wordt gebracht op het tier 1-kernkapitaal - Geen individuele toetsing”)
(2020/C 378/32)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: BNP Paribas (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordigers: A. Gosset-Grainville, M. Trabucchi en M. Dalon, advocaten)
Verwerende partij: Europese Centrale Bank (ECB) (vertegenwoordigers: E. Koupepidou, R. Bax en F. Bonnard, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot gedeeltelijke nietigverklaring van besluit ECB/SSM/2017-R0MUWSFPU8MPRO8K5P83/248 van de ECB van 19 december 2017, besluit ECB-SSM-2018-FRBNP-17 van de ECB van 26 april 2018 en besluit ECB-SSM-2019-FRBNP-12 van de ECB van 14 februari 2019
Dictum
1) | De zaken T-150/18 en T-345/18 worden gevoegd voor het onderhavige arrest. |
2) | De punten 9.1 tot en met 9.3 van besluit ECB/SSM/2017-R0MUWSFPU8MPRO8K5P83/248 van de Europese Centrale Bank (ECB) van 19 december 2017, de punten 9.1 tot en met 9.3 van besluit ECB-SSM-2018-FRBNP-17 van de ECB van 26 april 2018 en de punten 8.1 tot en met 8.4 van besluit ECB-SSM-2019-FRBNP-12 van de ECB van 14 februari 2019 worden nietig verklaard. |
3) | De ECB wordt verwezen in de kosten. |