Home

Zaak T-280/18: Beroep ingesteld op 3 mei 2018 — ABLV Bank/GAR

Zaak T-280/18: Beroep ingesteld op 3 mei 2018 — ABLV Bank/GAR

23.7.2018

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 259/37


Beroep ingesteld op 3 mei 2018 — ABLV Bank/GAR

(Zaak T-280/18)

(2018/C 259/52)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: ABLV Bank AS (Riga, Letland) (vertegenwoordigers: O. Behrends, M. Kirchner en L. Feddern, advocaten)

Verwerende partij: Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR)

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

de besluiten van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR) van 23 februari 2018 betreffende de verzoekende partij en haar dochtermaatschappij ABLV Bank Luxembourg, SA nietig te verklaren, en

de verwerende partij te verwijzen in de kosten

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij dertien middelen aan.

1.

Eerste middel: de GAR was niet bevoegd om een beslissing betreffende liquidatie te nemen.

2.

Tweede middel: de GAR heeft de rechten van de verzoekende partij geschonden door de aankondiging van een formele beslissing om geen afwikkelingsmaatregelen vast te stellen.

3.

Derde middel: de GAR heeft de rechten van de verzoekende partij geschonden door zijn onjuiste beoordeling overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van verordening nr. 806/2014 (1).

4.

Vierde middel: de GAR heeft de rechten van de verzoekende partij geschonden door zijn onjuiste beoordeling overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a), van verordening nr. 806/2014.

5.

Vijfde middel: de GAR heeft het recht om te worden gehoord en andere procedurele rechten van de verzoekende partij geschonden.

6.

Zesde middel: de GAR heeft het recht van de verzoekende partij op een naar behoren gemotiveerde beslissing geschonden.

7.

Zevende middel: de GAR heeft nagelaten alle relevante aspecten van de zaak te onderzoeken en zorgvuldig en onpartijdig te beoordelen.

8.

Achtste middel: de GAR heeft het evenredigheidsbeginsel geschonden.

9.

Negende middel: de GAR heeft het beginsel van gelijke behandeling geschonden.

10.

Tiende middel: de GAR heeft het eigendomsrecht en de vrijheid van ondernemerschap van de verzoekende partij geschonden.

11.

Elfde middel: de GAR heeft het nemo auditor-beginsel geschonden.

12.

Twaalfde middel: de GAR heeft zijn bevoegdheden misbruikt.

13.

Dertiende middel: de GAR heeft het recht dat de verzoekende partij ontleent aan artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie geschonden door er niet voor te zorgen dat haar aangelegenheden worden behandeld door de bevoegde instellingen en organen van de Unie.