Zaak T-310/18: Beroep ingesteld op 15 mei 2018 — EPSU en Willem Goudriaan/Commissie
Zaak T-310/18: Beroep ingesteld op 15 mei 2018 — EPSU en Willem Goudriaan/Commissie
23.7.2018 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 259/44 |
Beroep ingesteld op 15 mei 2018 — EPSU en Willem Goudriaan/Commissie
(Zaak T-310/18)
(2018/C 259/59)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: European Federation of Public Service Unions (EPSU) (Brussel, België) en Jan Willem Goudriaan (Brussel) (vertegenwoordigers: R. Arthur, Solicitor, en R. Palmer, Barrister)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
De verzoekende partijen verzoeken het Gerecht:
— | het besluit van verweerster van 5 maart 2018 om de Raad niet voor te stellen om de krachtens artikel 155, lid 1, VWEU gesloten Overeenkomst van de Europese sociale partners van 21 december 2015 inzake de rechten van ambtenaren en werknemers van centrale overheidsdiensten om te worden geïnformeerd en geraadpleegd, bij een volgens artikel 155, lid 2, VWEU vastgesteld besluit van de Raad uit te voeren via een richtlijn, nietig te verklaren; |
— | verweerster te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter onderbouwing van hun beroep voeren verzoekers twee middelen aan.
1. | Ten eerste is het bestreden besluit volgens verzoekers een handeling die in strijd met artikel 155, lid 2, VWEU is vastgesteld. Aangezien noch de representatieve status van de overeenkomstsluitende partijen noch de wettigheid van de Overeenkomst werd betwist, was de Commissie niet bevoegd om te weigeren voor te stellen dat de Raad de Overeenkomst zou uitvoeren bij een besluit van de Raad.
|
2. | Ten tweede steunt het bestreden besluit volgens verzoekers op redenen die kennelijk onjuist en ongegrond zijn.
|