Home

Zaak T-355/18: Beroep ingesteld op 8 juni 2018 — Spanje / Commissie

Zaak T-355/18: Beroep ingesteld op 8 juni 2018 — Spanje / Commissie

13.8.2018

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 285/38


Beroep ingesteld op 8 juni 2018 — Spanje / Commissie

(Zaak T-355/18)

(2018/C 285/54)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Koninkrijk Spanje (vertegenwoordiger: M. García-Valdecasas Dorrego, gemachtigde)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De aankondiging van vergelijkend onderzoek nietig verklaren;

De Europese Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Het onderhavige beroep is gericht tegen de aankondiging van algemene vergelijkende onderzoeken EPSO/AD/340/18 en EPSO/AD/341/18 voor de aanwerving van administrateurs binnen de openbare dienst (AD 6).

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vier middelen aan.

1.

Eerste middel, ontleend aan schending van de artikelen 1 en 2 van verordening nr. 1/58, van artikel 22 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en van artikel 1 quinquies van het Statuut van de ambtenaren, wegens de beperking van de communicatieregeling tussen het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) en de kandidaat, daaronder begrepen wat het sollicitatieformulier betreft.

2.

Tweede middel, ontleend aan schending van de artikelen 1 en 6 van verordening nr. 1/58, van artikel 22 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en van artikel 1 quinquies, leden 1 en 6, artikel 27 en artikel 28, onder f), van het Ambtenarenstatuut, wegens de onredelijke beperking van de tweede taal tot vier talen, namelijk het Engels, het Frans, het Duits en het Italiaans, met uitsluiting van de andere officiële talen van de Europese Unie.

3.

Derde middel, ontleend aan het feit dat de keuze van het Engels, Frans, Duits en Italiaans een willekeurige keuze is, die leidt tot een door artikel 1 van verordening nr. 1/58, artikel 22 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 1 quinquies, leden 1 en 6, artikel 27 en artikel 28, onder f), van het Ambtenarenstatuut verboden discriminatie op grond van taal.

4.

Vierde middel, ontleend aan het feit dat de betwiste aankondiging niet uitdrukkelijk specificeert dat taal 1 de taal moet zijn waarin kandidaten het minimumniveau C 1 (grondige beheersing) moeten hebben, leidt tot discriminatie op grond van nationaliteit en tot discriminatie op grond van „gesproken” taal, hetgeen in strijd is met artikel 1 van verordening nr. 1/58, artikel 22 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 1 quinquies, leden 1 en 6, artikel 27 en artikel 28, onder f), van het Ambtenarenstatuut.