Zaak C-48/19: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 5 maart 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — X-GmbH / Finanzamt Z [Prejudiciële verwijzing – Fiscale bepalingen – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde – Richtlijn 2006/112/EG – Artikel 132, lid 1, onder c) – Vrijstellingen – Medische verzorging in het kader van de uitoefening van medische en paramedische beroepen – Per telefoon verrichte diensten – Door verpleegkundigen en medische assistenten verrichte diensten]
Zaak C-48/19: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 5 maart 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — X-GmbH / Finanzamt Z [Prejudiciële verwijzing – Fiscale bepalingen – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde – Richtlijn 2006/112/EG – Artikel 132, lid 1, onder c) – Vrijstellingen – Medische verzorging in het kader van de uitoefening van medische en paramedische beroepen – Per telefoon verrichte diensten – Door verpleegkundigen en medische assistenten verrichte diensten]
11.5.2020 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 161/10 |
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 5 maart 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — X-GmbH / Finanzamt Z
(Zaak C-48/19) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Fiscale bepalingen - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde - Richtlijn 2006/112/EG - Artikel 132, lid 1, onder c) - Vrijstellingen - Medische verzorging in het kader van de uitoefening van medische en paramedische beroepen - Per telefoon verrichte diensten - Door verpleegkundigen en medische assistenten verrichte diensten)
(2020/C 161/14)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesfinanzhof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: X-GmbH
Verwerende partij: Finanzamt Z
Dictum
1) | Artikel 132, lid 1, onder c), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moet aldus worden uitgelegd dat per telefoon verrichte diensten die bestaan in het geven van advies over gezondheid en ziekte, onder de in deze bepaling bedoelde vrijstelling kunnen vallen op voorwaarde dat met die diensten een therapeutische doelstelling wordt nagestreefd. Het staat aan de verwijzende rechter om na te gaan of aan deze voorwaarde is voldaan. |
2) | Artikel 132, lid 1, onder c), van richtlijn 2006/112 moet aldus worden uitgelegd dat uit deze bepaling niet volgt dat het feit dat medische verzorging per telefoon wordt verstrekt, met zich meebrengt dat de betreffende diensten slechts onder de in die bepaling bedoelde vrijstelling kunnen vallen indien er aanvullende vereisten op het gebied van beroepskwalificaties gelden voor de verpleegkundigen en medische assistenten waardoor die diensten worden verricht, op voorwaarde dat zij kunnen worden geacht van een kwaliteitsniveau te zijn dat gelijkwaardig is aan dat van diensten die worden verricht door andere dienstverleners die gebruikmaken van hetzelfde communicatiemiddel. Het staat aan de verwijzende rechter om na te gaan of aan deze voorwaarde is voldaan. |