Home

Zaak C-686/19: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 16 juli 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa (Senāts) — Letland) — SIA “Soho Group” / Patērētāju tiesību aizsardzības centrs (Prejudiciële verwijzing – Bescherming van consumenten – Kredietovereenkomsten voor consumenten – Richtlijn 2008/48/EG – Begrip “totale kosten van het krediet voor de consument” – Kosten voor de kredietverlenging)

Zaak C-686/19: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 16 juli 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa (Senāts) — Letland) — SIA “Soho Group” / Patērētāju tiesību aizsardzības centrs (Prejudiciële verwijzing – Bescherming van consumenten – Kredietovereenkomsten voor consumenten – Richtlijn 2008/48/EG – Begrip “totale kosten van het krediet voor de consument” – Kosten voor de kredietverlenging)

7.9.2020

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 297/19


Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 16 juli 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa (Senāts) — Letland) — SIA “Soho Group” / Patērētāju tiesību aizsardzības centrs

(Zaak C-686/19) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Bescherming van consumenten - Kredietovereenkomsten voor consumenten - Richtlijn 2008/48/EG - Begrip “totale kosten van het krediet voor de consument” - Kosten voor de kredietverlenging)

(2020/C 297/25)

Procestaal: Lets

Verwijzende rechter

Augstākā tiesa (Senāts)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: SIA “Soho Group”

Verwerende partij: Patērētāju tiesību aizsardzības centrs

Dictum

Het in artikel 3, onder g), van richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102/EEG van de Raad vermelde begrip “totale kosten van het krediet voor de consument” moet aldus worden uitgelegd dat hieronder ook de kosten van de eventuele kredietverlenging vallen, voor zover de concrete en precieze voorwaarden voor de verlenging, met inbegrip van de duur ervan, deel uitmaken van de door de kredietnemer en de kredietgever overeengekomen clausules en voorwaarden van de kredietovereenkomst, en voor zover deze kosten bekend zijn bij de kredietgever.


(1)PB C 399 van 25. 11. 2019.