Home

Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 11 september 2019

Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 11 september 2019

Gegevens

Instantie
Hof van Justitie EU
Datum uitspraak
11 september 2019

Uitspraak

Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 11 september 2019 – Comprojecto-Projectos e Construções e.a./Portugal

(Zaak C‑98/19 P)

"„Hogere voorziening - Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Middelen in hogere voorziening die niet voldoen aan de vereisten die zijn neergelegd in artikel 169, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Hogere voorziening die ten dele kennelijk niet-ontvankelijk is - Beroep dat door een natuurlijke of rechtspersoon is ingesteld tegen een lidstaat - Hogere voorziening die ten dele kennelijk ongegrond is - Hogere voorziening die is ingesteld tegen een informatieve brief van de griffier van het Gerecht - Hogere voorziening die ten dele kennelijk niet-ontvankelijk is”"

1. Hogere voorzieningMiddelenMiddelen die kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond zijnAfwijzing, op elk moment, bij met redenen omklede beschikking, zonder mondelinge behandeling

(Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 181)

(zie punt 9)

2. Hogere voorzieningMiddelenVorderingen die niet strekken tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van het dictum van het bestreden arrestNiet-ontvankelijkheid

(Statuut van het Hof van Justitie, art. 56, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 169, lid 1)

(zie punten 14‑17)

3. Hogere voorzieningMiddelenGeen precieze kritiek op een onderdeel van de redenering van het Gerecht en geen juridische argumenten ter ondersteuning van de hogere voorzieningNiet-ontvankelijkheid

[Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 168, lid 1, d), en art. 169, lid 2]

(zie punt 18)

4. Hogere voorzieningMiddelenOntoereikende of tegenstrijdige motiveringOntvankelijkheidOmvang van de motiveringsplichtOmvang van de toetsing door het Hof van de arresten van het Gerecht

(Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea)

5. Gerechtelijke procedureBeroep tot nietigverklaring of tot schadevergoeding ingesteld door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon tegen een lidstaatKennelijke onbevoegdheid van het GerechtNiet-ontvankelijkheid

(Art. 256, art. 263, art. 268 en art. 340, derde en vierde alinea, VWEU)

(zie punt 25)

6. Hogere voorzieningProcesbelangVoorwaardeHogere voorziening die de rekwirant een voordeel kan opleverenGeen

(Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 56)

(zie punten 34‑37)

Dictum

1) De hogere voorziening wordt afgewezen omdat zij ten dele kennelijk niet-ontvankelijk en ten dele kennelijk ongegrond is.

2) Comprojecto-Projectos e Construções Lda, Paulo Eduardo Matos Gomes de Azevedo, Julião Maria Gomes de Azevedo en Isabel Maria Matos Gomes de Azevedo dragen hun eigen kosten.