Home

Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 26 september 2019

Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 26 september 2019

Gegevens

Instantie
Hof van Justitie EU
Datum uitspraak
26 september 2019

Uitspraak

Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 26 september 2019 –
Raiffeisenbank St. Stefan-Jagerberg-Wolfsberg

(Zaak C‑277/19)(1)

"„Prejudiciële verwijzing - Artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Kredietovereenkomsten voor consumenten - Overeenkomsten die dateren van vóór de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie - Kennelijke onbevoegdheid van het Hof”"

Prejudiciële vragenBevoegdheid van het HofGrenzenUitlegging van een gemeenschapsrichtlijn in een geding dat dateert van vóór de toetreding van een staat tot de Europese UnieDaarvan uitgesloten

(Art. 267 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 53, lid 2)

(zie punten 27‑30)

Dictum

Het Hof van Justitie van de Europese Unie is kennelijk onbevoegd om kennis te nemen van het door de Općinski sud u Zadru (rechter voor de gemeente Zadar, Kroatië) bij beslissing van 25 maart 2019 ingediende verzoek om een prejudiciële beslissing.