Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 29 januari 2020
Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 29 januari 2020
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 29 januari 2020
Uitspraak
Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 29 januari 2020 –
Silgan Closures en Silgan Holdings/Commissie
(Zaak C‑418/19 P)
"„Hogere voorziening - Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Mededinging - Artikel 101 VWEU– Overeenkomsten tussen ondernemingen - Markt voor metaalverpakkingen - Verordening (EG) nr. 773/2004 - Artikel 2, lid 1 - Besluit tot inleiding van de procedure - Beroep tot nietigverklaring - Niet-ontvankelijkheid - Handeling waartegen geen beroep kan worden ingesteld - Effectieve rechterlijke bescherming - Hogere voorziening die deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond wordt verklaard”"
1. Hogere voorzieningMiddelenOntoereikende motiveringOmvang van de motiveringsplicht
(Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 36 en art. 58, eerste alinea)
(zie punten 30‑34)
2. Beroep tot nietigverklaringHandelingen waartegen beroep kan worden ingesteldBegripHandelingen die bindende rechtsgevolgen sorterenBesluit van de Commissie om een administratieve procedure voor de toepassing van de mededingingsregels in te leidenBesluit dat uitsluitend van invloed is op de procedurele situatie van de onderneming waarop het onderzoek betrekking heeft – Geen ontneming van procedurele rechten, geen grondslag voor de bevoegdheid van de Commissie en geen wijziging van de toepasselijke materiële toetsingsmaatstafDaarvan uitgeslotenIn het nationale recht opgenomen grond voor de stuiting van de verjaringGeen invloed
(Art. 101 en 263 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 11, lid 6; verordening nr. 773/2004 van de Commissie, art. 2, lid 1)
(zie punten 35‑38, 48, 52, 57, 75)
3. Beroep tot nietigverklaringHandelingen waartegen beroep kan worden ingesteldBegripHandelingen die bindende rechtsgevolgen sorterenMogelijkheid om deze voorwaarde tot een dode letter te maken door zich te beroepen op het recht op effectieve rechterlijke beschermingGeen –Gestelde ontoereikendheid van de rechtsmiddelen op nationaal niveauGeen invloed
(Art. 6, lid 1, derde alinea, VEU; art. 263, vierde alinea, VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47 en art. 52, lid 7)
(zie punten 44, 62‑65, 82)
4. Hogere voorzieningMiddelenLoutere herhaling van de voor het Gerecht aangevoerde middelen en argumentenGeen vermelding van de gestelde onjuiste rechtsopvattingKennelijke niet-ontvankelijkheid
[Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 168, lid 1, d), en art. 169, lid 2]
(zie punten 71, 72)
5. Hogere voorzieningMiddelenMiddel dat gericht is tegen een overweging ten overvloedeFalend middelAfwijzing
(Art. 256, lid 1, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea)
(zie punten 83, 84)
Dictum
1) De hogere voorziening wordt deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond verklaard.
2) Silgan Closures GmbH en Silgan Holdings Inc. dragen hun eigen kosten.