Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 21 juli 2020
Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 21 juli 2020
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 21 juli 2020
Uitspraak
Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 21 juli 2020 –
Abaco Energy e.a./Commissie
(Zaak C‑436/19 P)
"„Hogere voorziening - Staatssteun - Steunregeling voor hernieuwbare energie - Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Hogere voorziening die kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is”"
1. Hogere voorzieningMiddelenMiddel dat voor het eerst wordt aangevoerd in hogere voorzieningNieuw middel dat berust op feitelijke gegevens die aan het licht zijn gekomen na de uitspraak van het arrest van het GerechtNiet-ontvankelijkheid
(Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 127, lid 1, art. 170, lid 1, en art. 190, lid 1)
(zie punten 37‑40)
2. Hogere voorzieningMiddelenMiddel dat niet tegen een beslissing van het Gerecht, maar tegen een handeling van een instelling is gerichtKennelijke niet-ontvankelijkheid
(Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58)
(zie punt 41)
3. Hogere voorzieningVoorwerp van het gedingVerzoek om een bepaling van nationaal recht ongeldig of nietig te verklarenKennelijke onbevoegdheid van het Hof
(Art. 257 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 56)
(zie punt 43)
4. Hogere voorzieningMiddelenOnjuiste beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaalNiet-ontvankelijkheidToetsing door het Hof van de beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaalUitgesloten, behoudens het geval van een onjuiste opvatting
(Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea)
(zie punten 47, 48, 50, 84)
5. Hogere voorzieningMiddelenMiddel dat is aangevoerd tegen een rechtsoverweging van de beschikking die niet noodzakelijk is voor het onderbouwen van het dictum ervanFalend middel
(Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea)
(zie punten 59, 71, 82)
6. Beroep tot nietigverklaringBevoegdheid van de UnierechterOmvangVerbod om ultra petita te beslissenOnderzoek ambtshalve door de rechter van middelen van openbare ordeToelaatbaarheidOnderzoek ambtshalve door de Unierechter van een niet-aangevoerd middel dat betrekking heeft op de inhoudelijke rechtmatigheid van het bestreden besluitOntoelaatbaarheid
(Art. 263 VWEU)
(zie punten 68, 69, 75, 76, 85)
7. Hogere voorzieningMiddelenSchending van het beginsel van hoor en wederhoorBeschikking waarbij het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, zonder dat uitspraak ten gronde wordt gedaanPartijen gehoord met betrekking tot het procesbelangGeen onderzoek ten gronde van de argumenten die de Commissie heeft aangevoerd in haar verweerschriftMiddel kennelijk ongegrond
(Art. 256 VWEU)
(zie punt 73)
8. Beroep tot nietigverklaringNatuurlijke personen of rechtspersonenProcesbelangNoodzaak van een bestaand en daadwerkelijk belangBeoordeling naar het tijdstip waarop het beroep is ingesteldBeroep dat de verzoekende partij een voordeel kan opleverenBewijslast
(Art. 263 VWEU)
(zie punt 80)
9. Gerechtelijke procedureBeroep bij het GerechtMogelijkheid van een tweede memoriewisselingDiscretionaire bevoegdheid van het Gerecht
(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 126 en 129)
(zie punt 90)
Dictum
1) De hogere voorziening wordt deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond verklaard.
2) Abaco Energy SA en de 1 322 overige verzoekende partijen, waarvan de namen zijn vermeld in de bijlage bij deze beschikking, dragen hun eigen kosten.