Home

Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 23 september 2020

Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 23 september 2020

Gegevens

Instantie
Gerechtshof EU
Datum uitspraak
23 september 2020

Uitspraak

Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 23 september 2020 – Arbuzov/Raad

(Zaak T‑289/19)

"„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen die zijn genomen in het licht van de situatie in Oekraïne - Bevriezing van tegoeden - Lijst van personen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen zijn bevroren - Handhaving van verzoekers naam op de lijst - Verplichting van de Raad om na te gaan of het besluit van een autoriteit van een derde staat is vastgesteld met inachtneming van de rechten van verdediging en het recht op effectieve rechterlijke bescherming”"

1. Europese UnieRechterlijk toezicht op de rechtmatigheid van de handelingen van de instellingenBeperkende maatregelen die zijn genomen in het licht van de situatie in OekraïneBevriezing van de tegoeden van personen die betrokken zijn bij het verduisteren van overheidsmiddelen en van de met hen geassocieerde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamenOmvang van het toezicht

[Art. 275, tweede alinea, VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47; besluit (GBVB) 2019/354 van de Raad; verordening 2019/352 van de Raad]

(zie punten 60, 61)

2. Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleidBeperkende maatregelen die zijn genomen in het licht van de situatie in OekraïneBesluit tot bevriezing van tegoedenVaststelling of handhaving op grond van een door de autoriteiten van een derde land gevoerde gerechtelijke procedure met betrekking tot het verduisteren van overheidsmiddelenToelaatbaarheidVoorwaardeNationale beslissing die met inachtneming van de rechten van de verdediging en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte is genomenVerificatieplicht van de RaadMotiveringsplichtOmvangDerde land dat is toegetreden tot het Europees Verdrag voor de rechten van de mensGeen invloed

[Art. 6, lid 3, VEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47; besluit (GBVB) 2019/354 van de Raad; verordening 2019/352 van de Raad]

(zie punten 62‑67, 85, 87‑89, 94)

3. Beroep tot nietigverklaringMiddelenOntbrekende of ontoereikende motiveringMiddel dat verschilt van het middel betreffende de materiële wettigheid

(Art. 256 en 296 VWEU)

(zie punt 70)

4. Recht van de Europese UnieBeginselenRecht op effectieve rechterlijke beschermingInachtneming van een redelijke termijnBeperkende maatregelen die zijn genomen in het licht van de situatie in OekraïneGerechtelijke procedure in een derde land die de basis vormt van het besluit tot vaststelling van de restrictieve maatregelenVerificatieplicht van de RaadOmvang

[Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47; besluit (GBVB) 2019/354 van de Raad; verordening 2019/352 van de Raad]

(zie punten 91‑93)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van besluit (GBVB) 2019/354 van de Raad van 4 maart 2019 tot wijziging van besluit 2014/119/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB 2019, L 64, blz. 7), en van uitvoeringsverordening (EU) 2019/352 van de Raad van 4 maart 2019 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 208/2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB 2019, L 64, blz. 1), voor zover deze handelingen de naam van verzoeker handhaven op de lijst van personen, entiteiten en lichamen waarop de beperkende maatregelen van toepassing zijn

Dictum

1) Besluit (GBVB) 2019/354 van de Raad van 4 maart 2019 tot wijziging van besluit 2014/119/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne, en uitvoeringsverordening (EU) 2019/352 van de Raad van 4 maart 2019 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 208/2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne, worden nietig verklaard voor zover de naam van Sergej Arbuzov is gehandhaafd op de lijst van personen, entiteiten en lichamen waarop die beperkende maatregelen van toepassing zijn.

2) De Raad van de Europese Unie wordt verwezen in de kosten.