Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 24 maart 2021

1. Handelingen van de instellingenMotiveringVerplichtingOmvangBeslissing van het Parlement waarbij de terugvordering van een ten onrechte betaalde vergoeding voor parlementaire medewerkers wordt gelast

(Art. 296, tweede alinea, VWEU)

(zie punt 18)

2. Europees ParlementLedenKosten en vergoedingenVergoeding voor parlementaire medewerkersVergoeding van kosten die geen verband houden met de uitoefening van het parlementaire ambtUitgesloten

(Beslissing van het bureau van het Parlement houdende bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, art. 33, lid 2, eerste volzin)

(zie punt 48)

3. Europees ParlementLedenKosten en vergoedingenVergoeding voor parlementaire medewerkersControle op het gebruik van de vergoedingen voor parlementaire medewerkersBewijslast

(Beslissing van het bureau van het Parlement houdende bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, art. 33, lid 2, tweede volzin)

(zie punten 51‑54)

4. Europees ParlementLedenKosten en vergoedingenTerugvordering van ten onrechte betaalde bedragenTerug te vorderen bedragGeen beoordelingsmarge voor het ParlementAanvoering door het betrokken lid van het Parlement van schending van het evenredigheidsbeginselAfwijzing

(Beslissing van het bureau van het Parlement houdende bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, art. 68, lid 1, eerste volzin)

(zie punten 64‑67)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van het besluit van de secretaris-generaal van het Parlement van 16 september 2019 betreffende de terugvordering van verzoeker van een bedrag van 15 105 EUR dat ten onrechte is overgemaakt als vergoeding voor parlementaire medewerkers, en van de daarop betrekking hebbende debetnota van 19 september 2019

Dictum

1) Het beroep wordt verworpen.

2) Jean-Luc Bennahmias draagt zijn eigen kosten en de kosten van het Europees Parlement.