Home

Zaak C-724/20: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 13 januari 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation — Frankrijk) — Paget Approbois SAS / Depeyre entreprises SARL, Alpha Insurance A/S (Prejudiciële verwijzing – Vrijheid van vestiging – Vrij verrichten van diensten – Verzekerings- en herverzekeringsbedrijf – Richtlijn 2009/138/EG – Liquidatie van verzekeringsondernemingen – Artikel 292 – Gevolgen van de liquidatieprocedure voor aanhangige rechtsgedingen – Uitzondering op de toepassing van de lex concursus – Lex processus)

Zaak C-724/20: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 13 januari 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation — Frankrijk) — Paget Approbois SAS / Depeyre entreprises SARL, Alpha Insurance A/S (Prejudiciële verwijzing – Vrijheid van vestiging – Vrij verrichten van diensten – Verzekerings- en herverzekeringsbedrijf – Richtlijn 2009/138/EG – Liquidatie van verzekeringsondernemingen – Artikel 292 – Gevolgen van de liquidatieprocedure voor aanhangige rechtsgedingen – Uitzondering op de toepassing van de lex concursus – Lex processus)

7.3.2022

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 109/12


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 13 januari 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation — Frankrijk) — Paget Approbois SAS / Depeyre entreprises SARL, Alpha Insurance A/S

(Zaak C-724/20) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Vrijheid van vestiging - Vrij verrichten van diensten - Verzekerings- en herverzekeringsbedrijf - Richtlijn 2009/138/EG - Liquidatie van verzekeringsondernemingen - Artikel 292 - Gevolgen van de liquidatieprocedure voor aanhangige rechtsgedingen - Uitzondering op de toepassing van de lex concursus - Lex processus)

(2022/C 109/17)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Cour de cassation

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Paget Approbois SAS

Verwerende partijen: Depeyre entreprises SARL, Alpha Insurance A/S

Dictum

1)

Artikel 292 van richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) moet aldus worden uitgelegd dat het begrip “aanhangige rechtsgedingen betreffende een goed of recht waarover de verzekeringsonderneming het beheer en de beschikking heeft verloren”, een aanhangig rechtsgeding omvat waarin een verzekeringnemer vergoeding van in een lidstaat geleden schade vordert van een verzekeringsonderneming waartegen in een andere lidstaat een liquidatieprocedure is ingeleid.

2)

Artikel 292 van richtlijn 2009/138 moet aldus worden uitgelegd dat het recht van de lidstaat waar het geding aanhangig is in de zin van dat artikel, alle gevolgen van de liquidatieprocedure voor dat geding regelt. In het bijzonder moeten de bepalingen van het recht van die lidstaat worden toegepast volgens welke, ten eerste, de opening van die liquidatieprocedure het aanhangige geding schorst, ten tweede, dat geding pas kan worden hervat wanneer de schuldeiser zijn schadeverzekeringsvordering op de verzekeringsonderneming heeft ingediend en de organen die het beheer over de liquidatieprocedure moeten voeren, in het geding zijn opgeroepen, en, ten derde, geen veroordeling tot betaling van schadevergoeding kan plaatsvinden, maar uitsluitend nog het bestaan en het bedrag ervan kunnen worden vastgesteld, waar die bepalingen in beginsel geen afbreuk doen aan de bevoegdheid die krachtens artikel 274, lid 2, van die richtlijn is voorbehouden aan het recht van de lidstaat van herkomst.


(1)PB C 79 van 8.3.2021.