Zaak C-710/20: Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 8 juli 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Okresný súd Bratislava I — Slowakije) — Strafzaak tegen AM (Prejudiciële verwijzing – Artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Werkingssfeer – Artikel 51 – Wetgevingsprocedure voor de vaststelling van een resolutie tot intrekking van een amnestieregeling – Gerechtelijke procedure tot toetsing van de verenigbaarheid van deze resolutie met de nationale grondwet – Geen uitvoering van het Unierecht – Kennelijke onbevoegdheid van het Hof)
Zaak C-710/20: Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 8 juli 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Okresný súd Bratislava I — Slowakije) — Strafzaak tegen AM (Prejudiciële verwijzing – Artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Werkingssfeer – Artikel 51 – Wetgevingsprocedure voor de vaststelling van een resolutie tot intrekking van een amnestieregeling – Gerechtelijke procedure tot toetsing van de verenigbaarheid van deze resolutie met de nationale grondwet – Geen uitvoering van het Unierecht – Kennelijke onbevoegdheid van het Hof)
26.9.2022 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 368/3 |
Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 8 juli 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Okresný súd Bratislava I — Slowakije) — Strafzaak tegen AM
(Zaak C-710/20) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Werkingssfeer - Artikel 51 - Wetgevingsprocedure voor de vaststelling van een resolutie tot intrekking van een amnestieregeling - Gerechtelijke procedure tot toetsing van de verenigbaarheid van deze resolutie met de nationale grondwet - Geen uitvoering van het Unierecht - Kennelijke onbevoegdheid van het Hof)
(2022/C 368/04)
Procestaal: Slowaaks
Verwijzende rechter
Okresný súd Bratislava I
Partij in de strafzaak in het hoofdgeding
AM,
In tegenwoordigheid van: Krajská prokuratúra v Bratislave
Dictum
Het Hof van Justitie van de Europese Unie is kennelijk onbevoegd om te antwoorden op de vragen die de Okresný súd Bratislava I (rechtbank in eerste aanleg Bratislava I, Slowakije) bij beslissing van 12 december 2018 heeft gesteld.