Home

Zaak C-472/20: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Fővárosi Törvényszék (Hongarije) op 30 september 2020 — Lombard Pénzügyi és Lízing Zrt. / PN

Zaak C-472/20: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Fővárosi Törvényszék (Hongarije) op 30 september 2020 — Lombard Pénzügyi és Lízing Zrt. / PN

7.12.2020

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 423/29


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Fővárosi Törvényszék (Hongarije) op 30 september 2020 — Lombard Pénzügyi és Lízing Zrt. / PN

(Zaak C-472/20)

(2020/C 423/44)

Procestaal: Hongaars

Verwijzende rechter

Fővárosi Törvényszék

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij en appellante: Lombard Pénzügyi és Lízing Zrt.

Verwerende partij en geïntimeerde: PN

Prejudiciële vragen

1)

Wordt de volle werking van richtlijn 93/13 (1) gewaarborgd wanneer in een situatie waarin het oneerlijke beding (ontoereikende informatie over het wisselkoersrisico) het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst betreft, als gevolg waarvan de overeenkomst niet kan voortbestaan, en er geen overeenstemming is tussen de partijen, bij gebreke van aanvullende regels van nationaal recht een door de hoogste rechter van een lidstaat aangenomen, maar voor lagere rechters niet bindend advies richtsnoeren geeft voor de vaststelling dat de overeenkomst geldig is en gevolgen sorteert?

2)

Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord, is het dan mogelijk de vroegere toestand te herstellen wanneer de overeenkomst wegens een oneerlijk beding dat het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst betreft niet kan voortbestaan, er tussen de partijen geen overeenstemming is en het bovengenoemde advies evenmin doorslaggevend kan zijn?

3)

Indien de tweede vraag bevestigend wordt beantwoord, kan een vordering tot ongeldigverklaring van een beding dat het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst betreft dan worden onderworpen aan het wettelijke vereiste dat de consument tevens vaststelling moet vorderen dat de overeenkomst geldig is en gevolgen sorteert?

4)

Indien het antwoord op de tweede vraag ontkennend luidt en herstel in de vroegere toestand niet mogelijk is, kan dan ter waarborging van het evenwicht tussen de partijen bij latere wettelijke regeling erin worden voorzien dat vastgesteld kan worden dat de overeenkomst geldig is en gevolgen sorteert?


(1) Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB 1993, L 95, blz. 29).