Home

Zaak T-138/20: Arrest van het Gerecht van 14 december 2022 — PT Ciliandra Perkasa / Commissie [“Subsidies – Invoer van biodiesel uit Indonesië – Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2092 – Definitief compenserend recht – Artikel 8, leden 1 en 2, van verordening (EU) 2016/1037 – Prijsonderbieding – Druk op de prijzen – Artikel 8, lid 5, van verordening 2016/1037 – Oorzakelijk verband – Artikel 3, punt 2, en artikel 6, onder d), van verordening 2016/1037 – Voordeel – Artikel 3, punt 1, onder a), i), en punt 2, van verordening 2016/1037 – Rechtstreekse overdracht van middelen – Artikel 7 van verordening 2016/1037 – Berekening van het bedrag van het voordeel – Artikel 8, leden 1 en 8, van verordening 2016/1037 – Dreiging van aanmerkelijke schade – Rechten van verdediging”]

Zaak T-138/20: Arrest van het Gerecht van 14 december 2022 — PT Ciliandra Perkasa / Commissie [“Subsidies – Invoer van biodiesel uit Indonesië – Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2092 – Definitief compenserend recht – Artikel 8, leden 1 en 2, van verordening (EU) 2016/1037 – Prijsonderbieding – Druk op de prijzen – Artikel 8, lid 5, van verordening 2016/1037 – Oorzakelijk verband – Artikel 3, punt 2, en artikel 6, onder d), van verordening 2016/1037 – Voordeel – Artikel 3, punt 1, onder a), i), en punt 2, van verordening 2016/1037 – Rechtstreekse overdracht van middelen – Artikel 7 van verordening 2016/1037 – Berekening van het bedrag van het voordeel – Artikel 8, leden 1 en 8, van verordening 2016/1037 – Dreiging van aanmerkelijke schade – Rechten van verdediging”]

20.2.2023

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 63/32


Arrest van het Gerecht van 14 december 2022 — PT Ciliandra Perkasa / Commissie

(Zaak T-138/20) (1)

(“Subsidies - Invoer van biodiesel uit Indonesië - Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2092 - Definitief compenserend recht - Artikel 8, leden 1 en 2, van verordening (EU) 2016/1037 - Prijsonderbieding - Druk op de prijzen - Artikel 8, lid 5, van verordening 2016/1037 - Oorzakelijk verband - Artikel 3, punt 2, en artikel 6, onder d), van verordening 2016/1037 - Voordeel - Artikel 3, punt 1, onder a), i), en punt 2, van verordening 2016/1037 - Rechtstreekse overdracht van middelen - Artikel 7 van verordening 2016/1037 - Berekening van het bedrag van het voordeel - Artikel 8, leden 1 en 8, van verordening 2016/1037 - Dreiging van aanmerkelijke schade - Rechten van verdediging”)

(2023/C 63/39)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: PT Ciliandra Perkasa (Oost-Jakarta, Indonesië) (vertegenwoordigers: F. Graafsma, J. Cornelis en E. Rogiest, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: P. Kienapfel, G. Luengo en P. Němečková, gemachtigden)

Interveniënt aan de zijde van verwerende partij: European Biodiesel Board (EBB) (Brussel, België) (vertegenwoordigers: M.-S. Dibling en L. Amiel, advocaten)

Voorwerp

Met haar beroep krachtens artikel 263 VWEU vordert verzoekster nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) 2019/2092 van de Commissie van 28 november 2019 tot instelling van een definitief compenserend recht op biodiesel van oorsprong uit Indonesië (PB 2019, L 317, blz. 42), voor zover deze verordening op haar betrekking heeft.

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

PT Ciliandra Perkasa wordt verwezen in de kosten.


(1)PB C 129 van 20.4.2020.