Home

Zaak T-666/20: Beschikking van het Gerecht van 30 juni 2023 — Thunus e.a. / EIB (“Openbaar ambt – Personeel van de EIB – Bezoldiging – Jaarlijkse aanpassing van de salarissen – Exceptie van onwettigheid – Gezag van gewijsde – Rechtszekerheid – Gewettigd vertrouwen – Raadpleging van het personeel – Motiveringsplicht – Evenredigheid – Beroep dat kennelijk rechtens ongegrond is”)

Zaak T-666/20: Beschikking van het Gerecht van 30 juni 2023 — Thunus e.a. / EIB (“Openbaar ambt – Personeel van de EIB – Bezoldiging – Jaarlijkse aanpassing van de salarissen – Exceptie van onwettigheid – Gezag van gewijsde – Rechtszekerheid – Gewettigd vertrouwen – Raadpleging van het personeel – Motiveringsplicht – Evenredigheid – Beroep dat kennelijk rechtens ongegrond is”)

21.8.2023

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 296/32


Beschikking van het Gerecht van 30 juni 2023 — Thunus e.a. / EIB

(Zaak T-666/20) (1)

(“Openbaar ambt - Personeel van de EIB - Bezoldiging - Jaarlijkse aanpassing van de salarissen - Exceptie van onwettigheid - Gezag van gewijsde - Rechtszekerheid - Gewettigd vertrouwen - Raadpleging van het personeel - Motiveringsplicht - Evenredigheid - Beroep dat kennelijk rechtens ongegrond is”)

(2023/C 296/35)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Vincent Thunus (Contern, Luxemburg) en de andere verzoekende partijen van wie de namen zijn opgenomen in de bijlage bij de beschikking (vertegenwoordiger: L. Levi, advocaat)

Verwerende partij: Europese Investeringsbank (vertegenwoordigers: T. Gilliams, A. García Sánchez en E. Manoukian, gemachtigden, bijgestaan door P.-E. Partsch, advocaat)

Voorwerp

Met hun beroep krachtens artikel 270 VWEU en artikel 50 bis van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie vorderen verzoekers, ten eerste, nietigverklaring van de besluiten van de Europese investeringsbank (EIB), als vervat in hun loonstroken van maart 2020 en de daaropvolgende maanden, waarbij de jaarlijkse aanpassing van het basissalaris voor 2020 is beperkt tot 0,7 %, en, ten tweede, vergoeding van de materiële schade die zij door deze besluiten zouden hebben geleden.

Dictum

1)

Het beroep wordt kennelijk rechtens ongegrond verklaard.

2)

Vincent Thunus en de andere verzoekende partijen van wie de namen zijn opgenomen in de bijlage dragen hun eigen kosten en die van de Europese investeringsbank (EIB).


(1)PB C 28 van 25.1.2021.