Home

Zaak T-131/20: Beroep ingesteld op 27 februari 2020 — IR/Commissie

Zaak T-131/20: Beroep ingesteld op 27 februari 2020 — IR/Commissie

11.5.2020

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 161/45


Beroep ingesteld op 27 februari 2020 — IR/Commissie

(Zaak T-131/20)

(2020/C 161/57)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: IR (vertegenwoordigd door: S. Pappas en A. Pappas, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

het besluit van de directeur-generaal Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie, vervat in de e-mail van 2 juli 2019 van de bevoegde HR business correspondent, waarbij het verzoek van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop) om de detachering van de verzoekende partij voor een derde maal te verlengen is afgewezen, nietig verklaren;

het besluit van 23 januari 2020 van het tot aanstelling bevoegd gezag, waarbij de door de verzoekende partij overeenkomstig artikel 90, lid 2, van het Statuut van de ambtenaren ingediende klacht is afgewezen, nietig verklaren;

verweerster verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van het beroep voert de verzoekende partij vier middelen aan.

1.

De precontentieuze procedure vertoonde onregelmatigheden, waardoor het tot aanstelling bevoegd gezag het bestreden besluit van 2 juli 2019 niet naar behoren heeft beoordeeld.

2.

Schending van de wezenlijke vormvoorschriften van artikel 38 van het Statuut van de ambtenaren.

3.

Schending van het algemene zorgvuldigheidsbeginsel als onderdeel van het recht op behoorlijk bestuur, omdat niet alle feitelijke elementen van de zaak in overweging zijn genomen en het besluit ontoereikend is gemotiveerd.

4.

Schending van het in artikel 33 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie neergelegde recht op bescherming van het gezinsleven.