Home

Zaak T-485/20: Beroep ingesteld op 5 augustus 2020 — Junqueras i Vies / Parlement

Zaak T-485/20: Beroep ingesteld op 5 augustus 2020 — Junqueras i Vies / Parlement

14.9.2020

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 304/25


Beroep ingesteld op 5 augustus 2020 — Junqueras i Vies / Parlement

(Zaak T-485/20)

(2020/C 304/30)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Oriol Junqueras i Vies (Sant Joan de Vilatorrada, Spanje) (vertegenwoordiger: A. Van den Eynde Adroer, advocaat)

Verwerende partij: Europees Parlement

Conclusies

Nietigverklaring van het bij brief van 7 mei 2020 van Didier Klethi meegedeelde besluit van het Europees Parlement/Directoraat-generaal Financiën/Directoraat voor de financiële en sociale rechten van de leden, waarin wordt vastgesteld dat het salaris van het Europees Parlement slechts aan Oriol Junqueras i Vies kan worden betaald voor de periode van 25 september 2019 tot 2 januari 2020, overeenkomstig artikel 10 van het Statuut van de leden van het Europees Parlement, en verwijzing van verweerder in de kosten

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker drie middelen aan.

1.

Eerste middel, schending van het arrest van de Grote kamer van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 19 december 2019 in de prejudiciële zaak C-502/19 Junqueras Vies, voor zover Junqueras daarbij de status van lid van het Europees Parlement wordt toegekend vanaf 13 juni 2019, zodat ingevolge dit arrest de grond van onverenigbaarheid van artikel 7, lid 2, van de Europese Verkiezingsakte van 1976 niet aanwezig is.

2.

Tweede middel: in casu is het noodzakelijk artikel 7, lid 2, van de Europese Verkiezingsakte van 1976 niet formalistisch uit te leggen voor zover, gelet op het stilzitten van het Parlement bij de bescherming van de immuniteit van Junqueras, hij tegen zijn wil materieel en fysiek werd verhinderd om ontslag te nemen uit de functie van lid van het Congreso de los Diputados (Spaans lagerhuis) en om volwaardig lid van het Europees Parlement te worden.

3.

Derde middel: in casu is het noodzakelijk artikel 7, lid 2, van de Europese Verkiezingsakte van 1976 niet formeel maar inhoudelijk uit te leggen, voor zover er geen materiële grond van onverenigbaarheid is, aangezien Junqueras te allen tijde was geschorst als lid van het Congreso de los Diputados en ook alle daaraan verbonden rechten en vergoedingen waren geschorst, en hij ook tegen zijn wil in die functie werd gehouden doordat hij tegen zijn wil fysiek en materieel werd verhinderd om ontslag te nemen uit die functie om volwaardig lid van het Europees Parlement te worden.