Home

Beschikking van het Gerecht (Vierde kamer) van 17 december 2020

Beschikking van het Gerecht (Vierde kamer) van 17 december 2020

Gegevens

Instantie
Gerechtshof EU
Datum uitspraak
17 december 2020

Uitspraak

Beschikking van het Gerecht (Vierde kamer) van 17 december 2020 –
Verenigd Koninkrijk/Commissie

(Zaak T‑37/20)

"„Beroep tot nietigverklaring - ELGF en Elfpo - Beroepstermijn - Aanvang - Kennisgeving en bekendmaking - Geen verschoonbare dwaling - Tardiviteit - Niet-ontvankelijkheid”"

ProcedureBeroepstermijnenVerval van rechtVerschoonbare dwalingBegripDraagwijdteBesluit van de Commissie tot onttrekking aan financiering door de Europese Unie van bepaalde uitgaven van de lidstaten in het kader van het ELGF en het ElfpoKennisgevingLatere publicatie van het besluit in het PublicatiebladGeen invloedVragen die verband houden met de werking en de organisatie van de diensten van verzoekerGeen invloed

(Art. 263, zesde alinea, en art. 297, lid 2, derde alinea, VWEU)

(zie punten 17‑20)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1835 van de Commissie van 30 oktober 2019 tot onttrekking aan financiering door de Europese Unie van bepaalde uitgaven die de lidstaten hebben verricht in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB 2019, L 279, blz. 98), voor zover dat uitvoeringsbesluit betrekking heeft op bepaalde uitgaven die het Verenigd-Koninkrijk heeft verricht

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Op de verzoeken om toelating tot interventie van de Tsjechische Republiek en de Franse Republiek hoeft niet meer te worden beslist.

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland wordt verwezen in zijn eigen kosten en in die van de Europese Commissie.

De Tsjechische Republiek en de Franse Republiek zullen hun eigen kosten in verband met hun verzoeken om toelating tot interventie dragen.