Home

Zaak C-246/21 P: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 22 december 2022 — Europees Parlement / Giulia Moi (Hogere voorziening – Institutioneel recht – Lid van het Europees Parlement – Beginsel “ne ultra petita” – Voorwerp van het geschil – Rechten van de verdediging – Artikel 232 VWEU – Regels voor de werking van het Parlement – Artikel 263, zesde alinea, VWEU – Beroepstermijn – Incidentele hogere voorziening)

Zaak C-246/21 P: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 22 december 2022 — Europees Parlement / Giulia Moi (Hogere voorziening – Institutioneel recht – Lid van het Europees Parlement – Beginsel “ne ultra petita” – Voorwerp van het geschil – Rechten van de verdediging – Artikel 232 VWEU – Regels voor de werking van het Parlement – Artikel 263, zesde alinea, VWEU – Beroepstermijn – Incidentele hogere voorziening)

20.2.2023

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 63/2


Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 22 december 2022 — Europees Parlement / Giulia Moi

(Zaak C-246/21 P) (1)

(Hogere voorziening - Institutioneel recht - Lid van het Europees Parlement - Beginsel “ne ultra petita” - Voorwerp van het geschil - Rechten van de verdediging - Artikel 232 VWEU - Regels voor de werking van het Parlement - Artikel 263, zesde alinea, VWEU - Beroepstermijn - Incidentele hogere voorziening)

(2023/C 63/02)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Rekwirant: Europees Parlement (vertegenwoordigers: T. Lazian, S. Seyr en M. Windisch, gemachtigden)

Andere partij in de procedure: Giulia Moi (vertegenwoordigers: M. Pisano en P. Setzu, avvocati)

Dictum

1)

De principale hogere voorziening en de incidentele hogere voorziening worden afgewezen.

2)

Het Europees Parlement wordt verwezen in de kosten van de principale hogere voorziening.

3)

Giulia Moi wordt verwezen in de kosten van de incidentele hogere voorziening.


(1)PB C 228 van 14.6.2021.