Zaak C-553/21: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 22 december 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Hauptzollamt Hamburg/Shell Deutschland Oil GmbH (Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 2003/96/EG – Heffing van belasting over energieproducten en elektriciteit – Artikel 5, aanhef en vierde streepje – Gedifferentieerde accijnstarieven naargelang het al dan niet zakelijke gebruik van deze producten – Facultatieve belastingvrijstellingen en -verlagingen – Indiening van een verzoek om facultatieve belastingverlaging na het verstrijken van de daartoe gestelde termijn, maar vóór het verstrijken van de termijn voor vaststelling van de betrokken belasting – Rechtzekerheidsbeginsel – Doeltreffendheidsbeginsel – Evenredigheidsbeginsel)
Zaak C-553/21: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 22 december 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Hauptzollamt Hamburg/Shell Deutschland Oil GmbH (Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 2003/96/EG – Heffing van belasting over energieproducten en elektriciteit – Artikel 5, aanhef en vierde streepje – Gedifferentieerde accijnstarieven naargelang het al dan niet zakelijke gebruik van deze producten – Facultatieve belastingvrijstellingen en -verlagingen – Indiening van een verzoek om facultatieve belastingverlaging na het verstrijken van de daartoe gestelde termijn, maar vóór het verstrijken van de termijn voor vaststelling van de betrokken belasting – Rechtzekerheidsbeginsel – Doeltreffendheidsbeginsel – Evenredigheidsbeginsel)
20.2.2023 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 63/7 |
Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 22 december 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Hauptzollamt Hamburg/Shell Deutschland Oil GmbH
(Zaak C-553/21) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Richtlijn 2003/96/EG - Heffing van belasting over energieproducten en elektriciteit - Artikel 5, aanhef en vierde streepje - Gedifferentieerde accijnstarieven naargelang het al dan niet zakelijke gebruik van deze producten - Facultatieve belastingvrijstellingen en -verlagingen - Indiening van een verzoek om facultatieve belastingverlaging na het verstrijken van de daartoe gestelde termijn, maar vóór het verstrijken van de termijn voor vaststelling van de betrokken belasting - Rechtzekerheidsbeginsel - Doeltreffendheidsbeginsel - Evenredigheidsbeginsel)
(2023/C 63/09)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesfinanzhof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Hauptzollamt Hamburg
Verwerende partij: Shell Deutschland Oil GmbH
Dictum
Het doeltreffendheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel moeten als algemene beginselen van het Unierecht aldus worden uitgelegd dat zij, in het kader van de uitvoering van een bepaling als die van artikel 5, vierde streepje, van richtlijn 2003/96, op grond waarvan de lidstaten onder bepaalde voorwaarden gedifferentieerde belastingtarieven kunnen toepassen tussen het zakelijke en niet-zakelijke gebruik van energieproducten en elektriciteit in de zin van deze richtlijn, zich verzetten tegen een nationale wettelijke regeling volgens welke de bevoegde instanties van een lidstaat automatisch en zonder uitzondering een verzoek om belastingvrijstelling dat binnen de door het nationale recht voor de vaststelling van de betrokken belasting gestelde termijn is ingediend, moeten afwijzen om de enkele reden dat de verzoeker de door dat recht voor de indiening van een dergelijk verzoek gestelde termijn niet heeft nageleefd.