Zaak C-260/21, Corporate Commercial Bank: Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 15 november 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Okrazhen sad — Vidin — Bulgarije) — Corporate Commercial Bank, in vereffening / Elit Petrol AD (Prejudiciële verwijzing – Artikel 53, lid 2, en de artikelen 94 en 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Insolventieprocedures – Wederzijdse verrekeningen met een failliete kredietinstelling – Wijziging met terugwerkende kracht van de voorwaarden voor deze verrekeningen – Ongrondwettig verklaarde nationale voorschriften – Zuiver interne situatie – Kennelijke niet-ontvankelijkheid)
Zaak C-260/21, Corporate Commercial Bank: Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 15 november 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Okrazhen sad — Vidin — Bulgarije) — Corporate Commercial Bank, in vereffening / Elit Petrol AD (Prejudiciële verwijzing – Artikel 53, lid 2, en de artikelen 94 en 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Insolventieprocedures – Wederzijdse verrekeningen met een failliete kredietinstelling – Wijziging met terugwerkende kracht van de voorwaarden voor deze verrekeningen – Ongrondwettig verklaarde nationale voorschriften – Zuiver interne situatie – Kennelijke niet-ontvankelijkheid)
20.3.2023 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 104/10 |
Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 15 november 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Okrazhen sad — Vidin — Bulgarije) — Corporate Commercial Bank, in vereffening / Elit Petrol AD
(Zaak C-260/21 (1), Corporate Commercial Bank)
(Prejudiciële verwijzing - Artikel 53, lid 2, en de artikelen 94 en 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Insolventieprocedures - Wederzijdse verrekeningen met een failliete kredietinstelling - Wijziging met terugwerkende kracht van de voorwaarden voor deze verrekeningen - Ongrondwettig verklaarde nationale voorschriften - Zuiver interne situatie - Kennelijke niet-ontvankelijkheid)
(2023/C 104/11)
Procestaal: Bulgaars
Verwijzende rechter
Okrazhen sad — Vidin
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Corporate Commercial Bank, in vereffening
Verwerende partij: Elit Petrol AD
Dictum
1) | Artikel 19, lid 1, tweede alinea, VEU moet aldus worden uitgelegd dat het er niet aan in de weg staat dat een lidstaat algemene regels voor verrekeningen in het kader van een bankfaillissement vaststelt, ook al hebben zij terugwerkende kracht. |
2) | De eerste tot en met de vierde vraag en de zesde vraag van de Okrazhen sad Vidin (districtsrechter Vidin, Bulgarije) zijn kennelijk niet-ontvankelijk. |