Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 29 mei 2024
Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 29 mei 2024
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 29 mei 2024
Uitspraak
Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 29 mei 2024 –
Rzecznik Praw Obywatelskich (Pools buitengewoon beroep)
Zaak C‑720/21)(1)
"„Prejudiciële verwijzing - Artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Artikel 267 VWEU - Begrip rechterlijke instantie - Criteria - Izba Kontroli Nadzwyczajnej i Spraw Publicznych (kamer voor bijzondere controle en publieke zaken) van de Sąd Najwyższy (hoogste rechterlijke instantie in burgerlijke en strafzaken, Polen) - Prejudiciële verwijzing door een rechtsprekende formatie die geen onafhankelijk, onpartijdig en vooraf bij wet ingesteld gerecht is - Kennelijke niet‑ontvankelijkheid”"
Prejudiciële vragenVoorlegging aan het HofNationale rechterlijke instantie in de zin van artikel 267 VWEUBegripIzba Kontroli Nadzwyczajnej i Spraw Publicznych (kamer voor bijzondere controle en publieke zaken) van de Sąd Najwyższy (hoogste rechterlijke instantie in burgerlijke en strafzaken, Polen)Rechtsprekende formatie die wegens de wijze van benoeming van de rechters die er zitting in hebben, geen onafhankelijk, onpartijdig en vooraf bij wet ingesteld gerecht isUitgeslotenAanwezigheid in een dergelijke formatie van een gezworene die in andere omstandigheden is benoemdGeen invloed
(Art. 19, lid 1, tweede alinea, VEU; art. 267 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47, tweede alinea)
(zie punten 27‑30)
Dictum
Het door de Sąd Najwyższy (Izba Kontroli Nadzwyczajnej i Spraw Publicznych) [hoogste rechterlijke instantie in burgerlijke en strafzaken (kamer voor bijzondere controle en publieke zaken), Polen] bij beslissing van 17 november 2021 ingediende verzoek om een prejudiciële beslissing is kennelijk niet-ontvankelijk.