Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 4 mei 2022

UniemerkBeroepsprocedureBeroep bij de kamers van beroepSchorsing van de procedureVoorwaarden

(Verordening 2018/625 van de Commissie, overweging 17 en art. 71, lid 1)

(zie punten 22‑26)

UniemerkBeroepsprocedureBeroep bij de kamers van beroepSchorsing van de procedureVerplichting om de vraag naar de schorsing van de procedure te onderzoeken vóór enig onderzoek van het beroep

(Verordening 2018/625 van de Commissie, art. 71, lid 1)

(zie punt 27)

UniemerkOpmerkingen van derden en oppositieOnderzoek van de oppositieSchorsing van de procedureVerzoek tot schorsing op grond van een vordering tot nietigverklaring van het oudere merkAfwijzing van het verzoek wegens de instelling van deze vordering tijdens de oppositieprocedureOntoelaatbaarheid

[Verordening nr. 2868/95 van de Commissie, art. 1, regel 20, lid 7, c)]

(zie punt 29)

UniemerkBeroepsprocedureBeroep bij de kamers van beroepSchorsing van de procedureBeoordelingsbevoegdheid van de kamer van beroepPrima-facieanalyse van de slaagkansen van een vordering tot nietigverklaring en van de invloed op de oppositie

(Verordening 2018/625 van de Commissie, art. 71, lid 1)

(zie punt 32)

Dictum

De beslissing van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) van 21 juli 2021 (zaak R 131/2021‑4) wordt vernietigd.

Het EUIPO draagt zijn eigen kosten en die van PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs NV van de procedure bij het Gerecht.

Haufe-Lexware GmbH & Co. KG draagt haar eigen kosten van de procedure bij het Gerecht.