Zaak T-651/21: Beroep ingesteld op 7 oktober 2021 — Saure / Commissie
Zaak T-651/21: Beroep ingesteld op 7 oktober 2021 — Saure / Commissie
29.11.2021 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 481/41 |
Beroep ingesteld op 7 oktober 2021 — Saure / Commissie
(Zaak T-651/21)
(2021/C 481/56)
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekende partij: Hans-Wilhelm Saure (Berlijn, Duitsland) (vertegenwoordiger: C. Partsch, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— | De besluiten van de Commissie van 2 juni 2021 en 11 augustus 2021 houdende afwijzing van verzoekers verzoek om documenten van de Commissie te mogen raadplegen in de vorm van afschriften van de volledige communicatie van de Commissie
in elk geval vanaf 1 april 2020, en met name met betrekking tot de door BioNTech aangeboden hoeveelheid vaccins en de leveringstermijnen daarvan, nietig verklaren voorzover zij de verzoeker geen of slechts gedeeltelijke toegang verlenen; |
— | de Commissie verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker zes middelen aan.
1. | In het eerste middel betoogt hij dat hij op grond van artikel 2, lid 1, van verordening (EG) nr. 1049/2001 recht heeft op toegang tot de documenten van de Europese Commissie die in de procedure aan de orde zijn. (1) |
2. | In het tweede middel betoogt hij dat artikel 4, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 1049/2001 niet in de weg staat aan het recht van toegang tot de betrokken informatie. De gevraagde informatie is zowel noodzakelijk voor de nationale veiligheid, de openbare orde en rust, het economisch welzijn van het land en de verdediging van de openbare orde, als voor de bescherming van de volksgezondheid. Derhalve is een eventuele inmenging in de persoonlijke levenssfeer en de integriteit van het individu geoorloofd. Tenslotte is de openbaarmaking van de gevraagde informatie van groot openbaar belang. |
3. | In het derde middel betoogt hij dat artikel 4, lid 2, tweede streepje, van verordening (EG) nr. 1049/2001 niet in de weg staat aan het recht van toegang tot de betrokken informatie. Er is geen sprake van uitsluiting op grond van deze bepaling, aangezien de daarin neergelegde uitsluitingsgrond beperkt is in de tijd en alleen betrekking heeft op lopende zaken. Zijn verzoek om informatie heeft evenwel alleen betrekking op afgeronde zaken. |
4. | In het vierde middel betoogt hij dat artikel 4, lid 3, eerste alinea, van verordening (EG) nr. 1049/2001 niet in de weg staat aan het recht van toegang tot de betrokken informatie. Deze bepaling beschermt alleen het lopende besluitvormingsproces. Zijn verzoek om raadpleging van het dossier heeft evenwel betrekking op documenten over de onderhandelingen van de Commissie over de levering van vaccins. Die onderhandelingen zijn reeds afgesloten. Voorts bestaat er een hoger openbaar belang bij het openbaar maken van de informatie waarop de procedure betrekking heeft, aangezien over de aanschaf van vaccins door de EU wekenlang in heel Europa is gediscussieerd en bericht. |
5. | In het vijfde middel betoogt hij dat artikel 4, lid 2, eerste streepje, van verordening (EG) nr. 1049/2001 niet in de weg staat aan het recht van toegang tot de betrokken informatie. Door de verspreiding van de informatie worden geen zakelijke belangen van een natuurlijke of rechtspersoon geschaad. De verlangde informatie bevat geen bedrijfsgeheimen in de zin van richtlijn (EU) 2016/943. (2) |
6. | In het zesde middel betoogt hij tot slot dat de openbaarmaking van de gevraagde documenten een hoger openbaar belang dient. |
(1) Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB 2001, L 145, blz. 43).
(2) Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte know-how en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan (PB 2016, L 157, blz. 1).