Zaak T-784/21: Beroep ingesteld op 20 december 2021 — NP / Commissie
Zaak T-784/21: Beroep ingesteld op 20 december 2021 — NP / Commissie
14.2.2022 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 73/55 |
Beroep ingesteld op 20 december 2021 — NP / Commissie
(Zaak T-784/21)
(2022/C 73/70)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: NP (vertegenwoordiger: C. Mourato, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— | nietigverklaring van het besluit van de Europese Commissie (TABG) van 8 februari 2021 voor zover daarbij 1) verzoeksters verzoeken, gebaseerd op psychisch geweld waarvoor de Europese Commissie op basis van artikel 12 bis, leden 1 tot en met 3, van het Statuut verantwoordelijk is, ten dele worden afgewezen, meer in het bijzonder door niet het psychisch geweld te erkennen dat zij sinds november 2014 ondervindt, door de aangevoerde feiten kennelijk onjuist te beoordelen, door niet alle juiste consequenties te trekken en de bijstandsplicht niet na te komen, door te weigeren de procedure in te leiden voor de erkenning van verzoeksters onzichtbare hersenstoornis vóór de procedure van herplaatsing na haar pensionering wegens invaliditeit, en door te weigeren om redelijke aanpassingen te treffen voor de uitoefening van haar taken, zoals deeltijdwerk op medische gronden, telewerk en opfriscursussen overeenkomstig artikel 1 quinquies, lid 4, en artikel 33 van het Statuut, artikel 15 van bijlage VIII bij het Statuut en besluit C(2004) 1318 van de Commissie van 7 april 2004; |
— | veroordeling van de Europese Commissie tot betaling van het bedrag van 40 000 EUR aan verzoekster voor de immateriële schade die zij daardoor heeft geleden; |
— | veroordeling van de Europese Commissie tot betaling van het bedrag van 106 649,02 EUR aan verzoekster voor de materiële schade die zij daardoor tot en met 31 december 2021 heeft geleden, onder voorbehoud van haar recht om een nieuwe beoordeling van de vergoeding te vragen voor de materiële schade tussen 1 januari 2022 en de datum van de gevraagde herplaatsing; |
— | verwijzing van de verwerende partij in de proceskosten overeenkomstig artikel 134 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht van de Europese Unie. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij twee middelen aan.
1. | Eerste middel: psychisch geweld door een aantal leden van de medische dienst van de Europese Commissie jegens verzoekster, niet-nakoming van de zorgplicht, schending van de beginselen van non-discriminatie en evenredigheid in het kader van haar verzoek om herplaatsing na haar invaliditeit sinds november 2014, kennelijk onjuiste beoordeling van de aangevoerde feiten, niet-nakoming van de bijstandsplicht en, ten slotte, niet-nakoming van de verplichting om vóór de procedure met het oog op haar herplaatsing de procedure voor vaststelling van haar handicap in te leiden. |
2. | Tweede middel: verzoek om schadevergoeding als gevolg van het genoemde psychisch geweld. |