Home

Zaak C-204/22: Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 22 december 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Úrad pre verejné obstarávanie- Slowakije) — Úrad pre dohľad nad zdravotnou starostlivosťou, Všeobecná zdravotná poisťovňa, a.s., Dôvera zdravotná poist’ovňa a.s., Union zdravotná poisťovňa, a.s. (Prejudiciële verwijzing – Artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Artikel 267 VWEU – Begrip “rechterlijke instantie” – Structurele en functionele criteria – Uitoefening van rechterlijke of administratieve taken – Verplichting tot medewerking van de verwijzende instantie – Richtlijnen 89/665/EEG en 2014/24/EU – Overheidsopdrachten – Nationale toezichthoudende instantie voor openbare aanbestedingsprocedures – Bevoegdheid om ambtshalve op te treden – Sanctiebevoegdheid – Besluiten waartegen een voorziening in rechte kan worden ingesteld – Geen geding voor de verwijzende instantie – Kennelijke niet-ontvankelijkheid van het verzoek om een prejudiciële beslissing)

Zaak C-204/22: Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 22 december 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Úrad pre verejné obstarávanie- Slowakije) — Úrad pre dohľad nad zdravotnou starostlivosťou, Všeobecná zdravotná poisťovňa, a.s., Dôvera zdravotná poist’ovňa a.s., Union zdravotná poisťovňa, a.s. (Prejudiciële verwijzing – Artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Artikel 267 VWEU – Begrip “rechterlijke instantie” – Structurele en functionele criteria – Uitoefening van rechterlijke of administratieve taken – Verplichting tot medewerking van de verwijzende instantie – Richtlijnen 89/665/EEG en 2014/24/EU – Overheidsopdrachten – Nationale toezichthoudende instantie voor openbare aanbestedingsprocedures – Bevoegdheid om ambtshalve op te treden – Sanctiebevoegdheid – Besluiten waartegen een voorziening in rechte kan worden ingesteld – Geen geding voor de verwijzende instantie – Kennelijke niet-ontvankelijkheid van het verzoek om een prejudiciële beslissing)

20.2.2023

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 63/11


Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 22 december 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Úrad pre verejné obstarávanie- Slowakije) — Úrad pre dohľad nad zdravotnou starostlivosťou, Všeobecná zdravotná poisťovňa, a.s., Dôvera zdravotná poist’ovňa a.s., Union zdravotná poisťovňa, a.s.

(Zaak C-204/22) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Artikel 267 VWEU - Begrip “rechterlijke instantie” - Structurele en functionele criteria - Uitoefening van rechterlijke of administratieve taken - Verplichting tot medewerking van de verwijzende instantie - Richtlijnen 89/665/EEG en 2014/24/EU - Overheidsopdrachten - Nationale toezichthoudende instantie voor openbare aanbestedingsprocedures - Bevoegdheid om ambtshalve op te treden - Sanctiebevoegdheid - Besluiten waartegen een voorziening in rechte kan worden ingesteld - Geen geding voor de verwijzende instantie - Kennelijke niet-ontvankelijkheid van het verzoek om een prejudiciële beslissing)

(2023/C 63/14)

Procestaal: Slowaaks

Verwijzende rechter

Úrad pre verejné obstarávanie

Partijen in het hoofdgeding

Procedure ingeleid tegen: Úrad pre dohľad nad zdravotnou starostlivosťou, Všeobecná zdravotná poisťovňa, a.s., Dôvera zdravotná poist’ovňa a.s., Union zdravotná poisťovňa, a.s.

Dictum

Het bij besluit van 26 maart 2022 door de Úrad pre verejné obstarávanie (reguleringsautoriteit voor overheidsopdrachten, Slowakije) ingediende verzoek om een prejudiciële beslissing is kennelijk niet-ontvankelijk.


(1) Datum van indiening: 16.3.2022