Home

Zaak C-379/22 P: Hogere voorziening ingesteld op 9 juni 2022 door Singapore Airlines Ltd, Singapore Airlines Cargo Pte Ltd tegen het arrest van het Gerecht (Vierde kamer — uitgebreid) van 30 maart 2022 in zaak T-350/17, Singapore Airlines en Singapore Airlines Cargo/Commissie

Zaak C-379/22 P: Hogere voorziening ingesteld op 9 juni 2022 door Singapore Airlines Ltd, Singapore Airlines Cargo Pte Ltd tegen het arrest van het Gerecht (Vierde kamer — uitgebreid) van 30 maart 2022 in zaak T-350/17, Singapore Airlines en Singapore Airlines Cargo/Commissie

8.8.2022

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 303/24


Hogere voorziening ingesteld op 9 juni 2022 door Singapore Airlines Ltd, Singapore Airlines Cargo Pte Ltd tegen het arrest van het Gerecht (Vierde kamer — uitgebreid) van 30 maart 2022 in zaak T-350/17, Singapore Airlines en Singapore Airlines Cargo/Commissie

(Zaak C-379/22 P)

(2022/C 303/31)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirantes: Singapore Airlines Ltd, Singapore Airlines Cargo Pte Ltd (vertegenwoordigers: J.-P. Poitras en J. Wileur, avocats, en J. Ruiz Calzado, abogado)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

het bestreden arrest volledig of gedeeltelijk vernietigen;

besluit C(2017) 1742 final van de Commissie van 17 maart 2017 betreffende een procedure op grond van artikel 101 VWEU, artikel 53 van de EER-Overeenkomst en artikel 8 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer (zaak AT.39258 — Luchtvracht) (hierna: “besluit”) in zijn geheel nietig verklaren voor zover het betrekking heeft op rekwirantes of, subsidiair, het besluit gedeeltelijk vernietigen voor zover:

artikel 1, lid 2, onder q) en r) en artikel 1, lid 3, onder q) en r), van het besluit zijn gebaseerd op de bevoegdheid van de Commissie om artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst toe te passen op in de EU/EER inkomende luchtvrachtdiensten, en bijgevolg de aan rekwirantes opgelegde boete verlagen tot 64 600 000 EUR of tot een bedrag dat het Hof passend acht;

in het besluit wordt vastgesteld dat gedrag in de context van de WOW alliance deel uitmaakt van de enkele en voortdurende inbreuk, en bijgevolg de aan rekwirantes opgelegde boete verder met 15 % verlagen op basis van de analyse van het Gerecht inzake de beperkte betrokkenheid of op elke andere basis die het Hof passend acht;

in het besluit wordt vastgesteld dat gedrag inzake commissie over toeslagen deel uitmaakt van de enkele en voortdurende inbreuk, en bijgevolg de aan rekwirantes opgelegde boete verder met 15 % verlagen overeenkomstig de aanpak inzake de beperkte betrokkenheid van zowel het besluit als het arrest, of tot elk ander bedrag dat het Hof passend acht;

artikel 1, lid 1, onder r) en s), en artikel 1, lid 4, onder r) en s), van het besluit nietig verklaren en de aan rekwirantes opgelegde boete verder met 15 % verlagen met toepassing van dezelfde methode die het Gerecht heeft gebruikt om de respectievelijke boetes te verlagen in de zaken Cathay Pacific Airways Ltd/Europese Commissie (T-343/17, EU:T:2022:184) en Japan Airlines Co. Ltd/European Commissie (T-340/17, EU:T:2022:181);

de Commissie verwijzen in rekwirantes kosten voor het Hof en in twee derde van haar kosten van de procedure voor het Gerecht.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van hun hogere voorziening voeren rekwirantes de volgende vier middelen aan.

Eerste middel: een aantal onjuiste rechtsopvattingen inzake de algemene beoordeling door het Gerecht van de bevoegdheid van de Commissie krachtens artikel 101, lid 1, VWEU.

Tweede middel: onjuiste rechtsopvattingen en ontbrekende motivering inzake de beoordeling van gedrag in de context van een mededingingsbevorderende en rechtmatige mondiale joint venture.

Derde middel: een aantal onjuiste rechtsopvattingen inzake de beoordeling of coördinatie tussen concurrenten van hun standpunt in antwoord op werkelijke of dreigende rechtszaken, een beperking “naar strekking” vormt in de zin van artikel 101, lid 1, VWEU.

Vierde middel: onjuiste rechtsopvatting van het Gerecht omdat het niet ambtshalve een middel van openbare orde heeft opgeworpen inzake de onbevoegdheid van de Commissie om sancties op te leggen.