Zaak C-771/22, HDI Global: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bezirksgericht für Handelssachen Wien (Oostenrijk) op 19 december 2022 — Bundesarbeitskammer/HDI Global SE
Zaak C-771/22, HDI Global: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bezirksgericht für Handelssachen Wien (Oostenrijk) op 19 december 2022 — Bundesarbeitskammer/HDI Global SE
27.3.2023 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 112/24 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bezirksgericht für Handelssachen Wien (Oostenrijk) op 19 december 2022 — Bundesarbeitskammer/HDI Global SE
(Zaak C-771/22, HDI Global)
(2023/C 112/31)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bezirksgericht für Handelssachen Wien
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Bundesarbeitskammer
Verwerende partij: HDI Global SE
Prejudiciële vragen
1) | Moet artikel 17 van richtlijn (EU) 2015/2302 (1) van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen, houdende wijziging van verordening (EG) nr. 2006/2004 en van richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van richtlijn 90/314/EEG van de Raad (richtlijn pakketreizen) aldus worden uitgelegd dat betalingen die de reiziger vóór het begin van de reis aan de organisator heeft verricht, alleen beschermd zijn wanneer de reis ten gevolge van de insolventie niet plaatsvindt, of zijn ook vóór de inleiding van de insolventieprocedure aan de organisator verrichte betalingen beschermd wanneer de reiziger de reis vóór de insolventie annuleert wegens buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 12 van richtlijn 2015/2302? |
2) | Moet artikel 17 van richtlijn (EU) 2015/2302 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen, houdende wijziging van verordening (EG) nr. 2006/2004 en van richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van richtlijn 90/314/EEG van de Raad (richtlijn pakketreizen) aldus worden uitgelegd dat betalingen die de reiziger vóór het begin van de reis aan de organisator heeft verricht, beschermd zijn wanneer de reiziger de reis nog vóór het begin van de insolventie annuleert wegens buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 12 van richtlijn 2015/2302, maar de insolventie tijdens de geboekte reis zou zijn begonnen? |
3) | Moet artikel 17 van richtlijn (EU) 2015/2302 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen, houdende wijziging van verordening (EG) nr. 2006/2004 en van richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van richtlijn 90/314/EEG van de Raad (richtlijn pakketreizen) aldus worden uitgelegd dat betalingen die de reiziger vóór het begin van de reis aan de organisator heeft verricht, beschermd zijn wanneer de reiziger de reis nog vóór het begin van de insolventie annuleert wegens buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 12 van richtlijn 2015/2302 en de insolventie van de organisator is ontstaan wegens deze buitengewone omstandigheden? |