Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 23 november 2023
Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 23 november 2023
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 23 november 2023
Uitspraak
Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 23 november 2023 –
Openbaar Ministerie e.a. (Voorlopige intrekking van een A 1-verklaring)
(Zaak C‑628/22)
„ Prejudiciële verwijzing – Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Identieke prejudiciële vragen – Migrerende werknemers – Sociale zekerheid – Toepasselijke wetgeving – Verordening (EG) nr. 883/2004 – Artikel 13, lid 1, onder b), i) – Persoon die in twee of meer lidstaten werkzaamheden in loondienst pleegt te verrichten – Toepasselijkheid van de wettelijke regeling van de lidstaat van de zetel – Begrip ‚zetel’ – Onderneming die een communautaire vervoersvergunning heeft verkregen krachtens de verordeningen (EG) nr. 1071/2009 en (EG) nr. 1072/2009 – Invloed – Licentie die op frauduleuze wijze is verkregen of ingeroepen – Verordening (EG) nr. 987/2009 – Artikel 5 – A 1-verklaring – Voorlopige intrekking – Bindende kracht – Verklaring die op frauduleuze wijze is verkregen of ingeroepen ”
1. Sociale zekerheid – Migrerende werknemers – Toepasselijke wetgeving – Werknemers die in een andere lidstaat zijn gedetacheerd dan de lidstaat van vestiging van de werkgever – A 1- verklaring afgegeven door het bevoegde orgaan van de lidstaat van vestiging – Bewijskracht ten aanzien van de socialezekerheidsorganen van de andere lidstaten en de rechterlijke instanties van die lidstaten – Voorlopige opschorting van de bindende werking van deze verklaring door het orgaan van afgifte – Geen invloed – Mogelijkheid om een dergelijke verklaring die op frauduleuze wijze is verkregen of gebruikt, buiten beschouwing te laten in een strafprocedure die wordt gevoerd in de lidstaat waar het werk wordt verricht – Voorwaarden
(Verordening nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad, art. 5)
(zie punt 20 en dictum)
2. Sociale zekerheid – Migrerende werknemers – Toepasselijke wetgeving – Bezit door een vennootschap van een communautaire vergunning voor het wegvervoer die door de bevoegde organen van een lidstaat is afgegeven – Bewijskracht – Onweerlegbaar bewijs dat de zetel van die vennootschap in deze lidstaat is gelegen, met het oog op de bepaling van de toepasselijke nationale wettelijke regeling inzake sociale zekerheid – Geen
[Verordening nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad, art. 13, lid 1, b), verordening nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad, art. 3, lid 1, a), en art. 11, lid 1, en verordening nr. 1072/2009, art. 4, lid 1, a)]
(zie punt 20 en dictum)
Dictum
De antwoorden op de prejudiciële vragen van de Cour d’appel de Liège (België) staan te lezen in het arrest van 2 maart 2023, DRV Intertrans en Verbraeken J. en Zonen (C‑410/21 en C‑661/21, EU:C:2023:138, punten 68 en 82 en dictum).