Home

Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 11 december 2023

Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 11 december 2023

Gegevens

Instantie
Hof van Justitie EU
Datum uitspraak
11 december 2023

Uitspraak

Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 11 december 2023 –
Bank Millennium

(Zaak C‑756/22)

"„Prejudiciële verwijzing - Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Antwoord dat duidelijk uit de rechtspraak kan worden afgeleid - Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten - Richtlijn 93/13/EEG - Artikel 6, lid 1, en artikel 7, lid 1 - Hypothecair krediet dat in een vreemde munteenheid is geïndexeerd - Gevolgen van de nietigverklaring van die overeenkomst in haar geheel”"

1. Prejudiciële vragenBevoegdheid van het HofGrenzenBevoegdheid van de nationale rechterToepassing van de door het Hof uitgelegde bepalingen

(Art. 267 VWEU)

(zie punten 24, 26)

2. ConsumentenbeschermingOneerlijke bedingen in consumentenovereenkomstenRichtlijn 93/13Vaststelling dat een beding oneerlijk isDraagwijdteRechterlijke uitlegging van het nationale recht die de kredietinstelling in staat stellen om van de consument terugbetaling te vorderen van andere bedragen dan het voor de uitvoering van de overeenkomst betaalde kapitaal, vermeerderd met vertragingsrenteOntoelaatbaarheid

(Richtlijn 93/13 van de Raad, overweging 24 en art. 6, lid 1, en art. 7, lid 1)

(zie punten 28, 29 en dictum)

Dictum

Artikel 6, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten

moeten aldus worden uitgelegd dat

zij in het kader van de volledige nietigverklaring van een hypothecaire overeenkomst tussen een bankinstelling en een consument, op grond dat deze overeenkomst oneerlijke bedingen bevat zonder welke zij niet kan voortbestaan, zich verzetten tegen een uitlegging in de rechtspraak van het recht van een lidstaat volgens welke deze instelling gerechtigd is van deze consument terugbetaling te vorderen van andere bedragen dan het voor de uitvoering van deze overeenkomst betaalde kapitaal, vermeerderd met vertragingsrente tegen de wettelijke rentevoet vanaf de datum van ingebrekestelling.