Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 184/96 van Bernd LANGE aan de Commissie. Weigering van Franse banken Eurocheques te accepteren

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 184/96 van Bernd LANGE aan de Commissie. Weigering van Franse banken Eurocheques te accepteren

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 184/96 van Bernd LANGE aan de Commissie. Weigering van Franse banken Eurocheques te accepteren

Publicatieblad Nr. C 217 van 26/07/1996 blz. 0009


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0184/96 van Bernd Lange (PSE) aan de Commissie (5 februari 1996)

Betreft: Weigering van Franse banken Eurocheques te accepteren

In Normandië, in Frankrijk, hebben in het afgelopen jaar Franse banken (met name de Banque Publique, de Credit Mutuel en de Credit Agricole) in meerdere gevallen geweigerd Eurocheques van Duitse toeristen te verzilveren.

1. Hebben de Franse banken het recht Eurocheques te weigeren indien aan de geldende regelingen (tonen van een EC-kaart, niet overschrijden van het maximum, e.d.) voldaan wordt?

2. Welke maatregelen denkt de Commissie te nemen om te voorkomen, dat Franse banken deze praktijken voortzetten?

Antwoord van de heer Van Miert namens de Commissie (6 maart 1996)

1. De rechtsregeling betreffende de aanvaarding door Franse banken van Eurocheques draagt een contractueel karakter. De overeenkomst inzake de provisies, van valuteringsdata en centrale inning van in nationale valuta luidende eurocheques, en de openstelling van de niet-bancaire sector (zgn. package deal-overeenkomst), die krachtens artikel 4 van Verordening nr. 17 van de Raad van 6 februari 1962 ((PB 13 van 21.2.1962. )) bij de Commissie is aangemeld, behelst geen verplichting voor alle loketten van een bank die lid is van het Eurochequestelsel om eurocheques te aanvaarden. Hieruit vloeit voort dat deze overeenkomst de banken niet belet, de in de vraag bedoelde handelwijzen te bezigen. Het geachte Parlementslid zou zich voor meer informatie kunnen wenden tot de lichamen die de eurochequemarkt beheren, zoals Europay France of Europay International.

2. Het lijkt overigens bij een eerste analyse dat de door het geachte Parlementslid beschreven situatie niet om optreden van de Commissie uit het oogpunt van de toepassing van de mededingingsregels vraagt. De gedragswijze van bepaalde Franse banken zoals door het geachte Parlementslid medegedeeld, zou niet voortvloeien uit een onderling afgestemde feitelijke gedraging of een overeenkomst, waarop artikel 85 van het EG-Verdrag zich richt.