Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 263/96 van Irini LAMBRAKI aan dee Raad. Schending van internationale rechtsregels door Turkije

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 263/96 van Irini LAMBRAKI aan dee Raad. Schending van internationale rechtsregels door Turkije

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 263/96 van Irini LAMBRAKI aan dee Raad. Schending van internationale rechtsregels door Turkije

Publicatieblad Nr. C 280 van 25/09/1996 blz. 0013


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0263/96 van Irini Lambraki (PSE) aan de Raad (2 februari 1996)

Betreft: Schending van internationale rechtsregels door Turkije

Op 28 januari 1996 is op provocatieve wijze de Turkse vlag gehesen op het Griekse eilandje Imia in de Dodecanesus. Dit feit vormde een vervolg op provocatieve verklaringen van de Turkse politieke leiding.

Kan de Raad mededelen welke maatregelen hij denkt te nemen tegen de steeds uitdagender houding van de Turkse regering, die niet alleen voortgaat met haar flagrante schendingen van de mensenrechten, maar tevens, nu de douane-unie met de EU een feit is, onbeschaamd overgaat tot schendingen van het internationaal recht en de buitengrenzen van de Europese Unie, daarmee de vrede in de regio van de Egeïsche Zee bedreigend?

Gecombineerd antwoord op de schriftelijke vragen P-0263/96 en P-0374/96 (11 juni 1996)

Het Voorzitterschap van de Raad heeft op 14 februari 1996 tegenover het Europees Parlement een verklaring afgelegd over het conflict tussen Griekenland en Turkije in de Egeïsche Zee. Volgens die verklaring kan de Europese Unie niet anders dan bezorgd zijn over de recente gevallen van onenigheid waarbij aan de ene kant een Lid-Staat betrokken is waarmee een fundamentele en sterke solidariteit bestaat, en aan de andere kant een buurland dat een sleutelrol speelt in de regio, en waarmee Europa al tientallen jaren lang het genoegen heeft een relatie van dialoog en samenwerking te onderhouden.

Het Voorzitterschap heeft opgemerkt dat de zaak niet officieel aan de Europese Unie was voorgelegd. Dat was de reden dat het geen formele stappen heeft ondernomen. Het Voorzitterschap had echter wel besloten, met handhaving van alle passende contacten met Athene, via relevante ambassades een communicatiekanaal te openen waardoor het vanaf de eerste stadia van de crisis in nauw contact kon blijven met Turkije. Het doel van het Voorzitterschap was een vreedzame oplossing van het conflict en de normalisering van de bilaterale betrekkingen te bevorderen; de eerste stap moest daarbij zijn dat er overeenstemming bereikt werd over de methode die gevolgd zou worden om dit doel te bereiken, met speciale aandacht voor de mogelijkheid van een beroep op het internationale Hof van Jusitite in Den Haag of van internationale arbitrage, of een combinatie van deze middelen.

Verder trachtte Italië te voldoen aan het verzoek van Griekenland om de desbetreffende teksten op te sporen, die nog van 1932 en 1947 dateren, in de geest van uiterste solidariteit met een medelid van de Europese Unie.

Daaraan zou de Raad willen toevoegen dat elke Lid-Staat of de Commissie zonodig kunnen verzoeken dit onderwerp op de agenda van de vergadering te plaatsen.

In dit kader kan de Raad er het beste toe bijdragen dat er een sfeer van vertrouwen ontstaat tussen een Lid-Staat en een partner waarmee nauw wordt samengewerkt.