SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 637/96 van Cristiana MUSCARDINI aan de Commissie. Onderwijsharmonisatie
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 637/96 van Cristiana MUSCARDINI aan de Commissie. Onderwijsharmonisatie
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 637/96 van Cristiana MUSCARDINI aan de Commissie. Onderwijsharmonisatie
Publicatieblad Nr. C 217 van 26/07/1996 blz. 0085
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0637/96 van Cristiana Muscardini (NI) aan de Commissie (15 maart 1996)
Betreft: Onderwijsharmonisatie
De Italiaanse wet nr. 454 van 3 november 1992 betreffende ratificatie van het Verdrag van Maastricht, en met name de artikelen 123-128 inzake onderwijs, sociaal beleid, beroepsopleiding en cultuur, waarin onder meer sprake is van harmonisatie van de Europese dimensie in het onderwijs, geeft aanleiding tot de vraag of het niet strijdig met dit harmonisatiebeginsel is dat er een verschillende waarde wordt toegekend aan dezelfde verrichtingen, afhankelijk van de omstandigheid of het gaat om docenten aan erkende scholen (gelijkstelling ingevolge artikel 33 van de Italiaanse grondwet, mede gelet op de betaling van de bijdragen, alsmede de gelijkwaardigheid en de duur van de betalingen en het identieke niveau van inschaling), dan wel om docenten van staatsscholen, bij vergelijkende onderzoeken louter aan de hand van bewijsstukken voor het verkrijgen van een aanstelling bij een school van welk schooltype of niveau dan ook.
Antwoord van mevrouw Cresson namens de Commissie (24 mei 1996)
Artikel 126 van het EG-Verdrag bepaalt dat de Gemeenschap bijdraagt "tot de ontwikkeling van onderwijs van hoog gehalte door samenwerking tussen de Lid-Staten aan te moedigen en zo nodig door hun activiteiten te ondersteunen en aan te vullen, met volledige eerbiediging van de verantwoordelijkheid van de Lid-Staten voor de inhoud van het onderwijs en de opzet van het onderwijsstelsel en van hun culturele en taalkundige verscheidenheid¨.
Het probleem dat de geachte Afgevaardigde ter sprake brengt, valt echter niet onder de bevoegdheid van de Gemeenschap, aangezien het hier ongelijke behandeling van docenten op nationaal niveau voor dezelfde verrichtingen betreft.