Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1149/96 van Alexandros ALAVANOS aan de Commissie. Gebruik van verboden gewasbeschermingsmiddelen

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1149/96 van Alexandros ALAVANOS aan de Commissie. Gebruik van verboden gewasbeschermingsmiddelen

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1149/96 van Alexandros ALAVANOS aan de Commissie. Gebruik van verboden gewasbeschermingsmiddelen

Publicatieblad Nr. C 345 van 15/11/1996 blz. 0033


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1149/96 van Alexandros Alavanos (GUE/NGL) aan de Commissie (15 mei 1996)

Betreft: Gebruik van verboden gewasbeschermingsmiddelen

Consumentenverenigingen hebben laten weten dat drie produkten die voorkomen op de lijst van de twaalf in de Gemeenschap verboden gewasbeschermingsmiddelen, ondanks een desbetreffend verbod, in Griekenland normaal te verkrijgen zijn. Het gaat om het onkruidverdelgingsmiddel paraquat dat sterk toxisch is, de schimmeldoder ethyleendibromide, die kankerverwekkend is, en het insectenbestrijdingsmiddel listeïne, dat sterk kankerverwekkend is en waarvan onlangs in Griekenland ook in moedermelk sporen zijn aangetroffen.

Kan de Commissie meedelen:

1. of zij ervan op de hoogte is dat deze toxische middelen ondanks hun verbod in Griekenland verkrijgbaar zijn, en zo ja, welke hoeveelheden sinds de inwerkingtreding van de desbetreffende verordeningen op de Griekse markt zijn gekomen;

2. welke autoriteit bevoegd is voor de controle op de aanwezigheid van deze produkten in Griekenland en voor het uit de markt nemen daarvan?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie (5 juli 1996)

Een van de in de vraag genoemde bestrijdingsmiddelen, ethyleendibromide (1,2-dibroomethaan), mag op grond van Richtlijn 79/117/EEG houdende verbod van het op de markt brengen en het gebruik van bestrijdingsmiddelen bevattende bepaalde actieve stoffen ((PB L 33 van 8.2.1979. )) nergens in de Gemeenschap als gewasbeschermingsmiddel worden gebruikt. De andere twee genoemde produkten, paraquat en lindaan (gamma-HCH), zijn bij Richtlijn 79/117/EEG niet als bestrijdingsmiddel verboden, maar worden momenteel onderzocht in het kader van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen ((PB L 230 van 19.8.1991. )). Op grond van dit onderzoek zal worden besloten of zij al dan niet in bijlage I bij die richtlijn worden opgenomen als werkzame stoffen die als basis voor gewasbeschermingsmiddelen mogen worden gebruikt. De Lid-Staten moeten er dan voor zorgen dat de nationale toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen in de zin van dit besluit worden herzien.

1. De Griekse autoriteiten hebben de Commissie medegedeeld dat ethyleendibromide als gewasbeschermingsmiddel uit de markt is genomen bij Ministerieel Besluit van 5 januari 1988. Dit preparaat wordt evenwel ook in de industrie gebruikt (de chemische industrie en de aardolie-industrie). Wat paraquat en lindaan betreft, hebben de Griekse autoriteiten de Commissie medegedeeld dat deze produkten in Griekenland zijn toegelaten als werkzame stoffen in gewasbeschermingsmiddelen. Het is de Commissie niet bekend welke hoeveelheden er van de gewasbeschermingsmiddelen die paraquat en lindaan bevatten in Griekenland op de markt komen. Uit de gegevens van Eurostat blijkt dat Griekenland in de periode 1992-1994 voor alle toepassingen samen 10 ton van het chemische produkt lindaan heeft ingevoerd uit de rest van de Gemeenschap, en helemaal niets uit derde landen. Voor ethyleendibromide en paraquat zijn er geen Eurostat-gegevens beschikbaar.

2. De instantie in Griekenland die de toelatingen verleent voor het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen is de Dienst Bestrijdingsmiddelen van het Ministerie van Landbouw. Deze dienst is ook verantwoordelijk voor de controle van en het toezicht op het gebruik ervan.