Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1162/96 van Spalato BELLERE' aan de Commissie. Erkenning van vliegbrevetten

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1162/96 van Spalato BELLERE' aan de Commissie. Erkenning van vliegbrevetten

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1162/96 van Spalato BELLERE' aan de Commissie. Erkenning van vliegbrevetten

Publicatieblad Nr. C 345 van 15/11/1996 blz. 0035


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1162/96 van Spalato Belleré (NI) aan de Commissie (15 mei 1996)

Betreft: Erkenning van vliegbrevetten

Is het de Commissie bekend dat een in een lid-staat behaald brevet voor het besturen van passagiersvliegtuigen niet geldig is in een andere lid-staat?

Indiener van deze vraag zou zich kunnen voorstellen dat het nuttig is dat een piloot een cursus volgt om zich bekend te maken met de wetgeving van het land waar hij zijn beroep wil uitoefenen, maar betekent dat dat hij opnieuw vlieglessen moet nemen om een brevet te behalen dat alleen geldig zal zijn in het land waardoor het is afgegeven?

Antwoord van de heer Kinnock namens de Commissie (3 juli 1996)

De onderlinge erkenning van bewijzen van bevoegdheid voor piloten binnen de Gemeenschap is geregeld in Richtlijn nr. 91/670/EEG van de Raad van 16 december 1991 ((PB L 373 van 31.12.1991. )). Volgens het bepaalde van deze richtlijn kunnen bewijzen van bevoegdheid worden erkend via de procedures van algemene toestemming (erkenning) of uitdrukkelijke goedkeuring (geldigverklaring). Bewijzen van bevoegdheid kunnen op grond van zowel gelijkwaardigheid als ervaring geldig worden verklaard.

Het doel van de richtlijn is het vrije verkeer en de vrijheid van vestiging van werknemers binnen de Gemeenschap te bevorderen. Wanneer een Lid-Staat een in een andere Lid-Staat afgegeven bewijs van bevoegdheid erkent, moet hij zich houden aan de algemene bepalingen van het EG-Verdrag (artikelen 48, 52 en 59) inzake het vrije verkeer en het recht van vestiging, evenals aan de algemene beginselen en de jurisprudentie van het Hof van Justitie betreffende wederzijdse erkenning. Zo mag een Lid-Staat, wil hij zijn Verdragsverplichtingen nakomen, "van een onderdaan van een andere Lid-Staat niet eisen dat hij die kwalificaties die de Lid-Staat in het algemeen uitsluitend aan de hand van zijn eigen nationaal opleidingssysteem vaststelt, verwerft wanneer de betrokken persoon die kwalificaties al in een andere Lid-Staat heeft verworven¨.