SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1546/96 van Alexandros ALAVANOS aan de Commissie. Particuliere luchtvaartmaatschappijen in Griekenland
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1546/96 van Alexandros ALAVANOS aan de Commissie. Particuliere luchtvaartmaatschappijen in Griekenland
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1546/96 van Alexandros ALAVANOS aan de Commissie. Particuliere luchtvaartmaatschappijen in Griekenland
Publicatieblad Nr. C 322 van 28/10/1996 blz. 0084
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1546/96 van Alexandros Alavanos (GUE/NGL) aan de Commissie (17 juni 1996)
Betreft: Particuliere luchtvaartmaatschappijen in Griekenland
Volgens klachten in de Griekse en buitenlandse pers is er na de liberalisatie van het luchtvervoer en de daarmee gepaard gaande toename van het aantal particuliere maatschappijen en charters in Griekenland, sprake van overtredingen van de communautaire regels. Geklaagd wordt over illegale registraties van vliegtuigen zonder overlegging van de door de communautaire verordeningen vereiste gegevens, illegale uitvoering van vluchten, uitvoering van vluchten met vliegtuigen van een buitenlandse luchtvaartmaatschappij zonder goedkeuring en ondanks desbetreffende verboden, alsmede over overtredingen ten aanzien van het lawaainiveau en de werktijden van het personeel. Ook worden er twijfels geuit over de financiële draagkracht van deze ondernemingen, aangezien zij herhaaldelijk achter zijn met de betaling van de gebruiksheffingen, luchthavenbelasting, enz.
Indien bovenstaande klachten op waarheid berusten, bestaat er rechtstreeks gevaar voor de veiligheid van de vluchten en voor oneerlijke concurrentieverhoudingen ten opzichte van luchtvaartmaatschappijen die zich wel aan de regels houden. Kan de Commissie meedelen of zij op de hoogte van deze klachten is en of zij voornemens is deze kwestie verder uit te zoeken?
Antwoord van de heer Kinnock namens de Commissie (30 juli 1996)
Overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen ((PB L 240 van 24.8.1992. )) dient in de eerste plaats de Lid-Staat die een exploitatievergunning aan een luchtvaartmaatschappij heeft verleend na te gaan of deze maatschappij financieel en technisch in staat is om bij de exploitatie een aanvaardbaar veiligheidsniveau in acht te nemen. De Commissie houdt met gebruikmaking van haar algemene bevoegdheid krachtens het EG-Verdrag toezicht op de juiste toepassing van deze verordening door de Lid-Staten. De Commissie is evenwel niet op de hoogte van de overtredingen van communautaire voorschriften waarnaar het geachte Parlementslid verwijst.