SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1563/96 van Iñigo MÉNDEZ DE VIGO aan dee Raad. Waarnemingspost voor racisme en vreemdelingenhaat

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1563/96 van Iñigo Méndez de Vigo (PPE) aan de Raad (25 juni 1996)

Betreft: Waarnemingspost voor racisme en vreemdelingenhaat

Kan de Raad mededelen of hij voornemens is op korte termijn steun te verlenen aan de oprichting van een waarnemingspost voor racisme en vreemdelingenhaat, hetgeen door het Europees Parlement werd goedgekeurd tijdens zijn plenaire vergadering van 9 mei 1996 (doc. A4-0105/96)?

Is de Raad niet van mening dat het noodzakelijk is om wijzigingen aan te brengen in het Verdrag waardoor op communautair niveau concrete maatregelen kunnen worden genomen om op te treden tegen racistische en xenofobe gedragingen die helaas in een aantal lid-staten van de Gemeenschap hand over hand toenemen en die een flagrante schending betekenen van de fundamentele rechten van de mens?

Antwoord (14 oktober 1996)

1. De Raad heeft akte genomen van de resolutie van het Europees Parlement van 9 mei 1996 over de mededeling van de Commissie betreffende racisme, vreemdelingenhaat en antisemitisme.

2. De Europese raad heeft te Florence op 21/22 juni 1996 het beginsel van de oprichting van een Europees waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingehaat goedgekeurd en de Raad verzocht de juridische en budgettaire voorwaarden voor het toekomstige waarnemingscentrum alsook de banden tussen dit centrum en de Raad van Europa te onderzoeken, en de adviescommissie racisme en vreemdelingenhaat opdracht te geven haar werkzaamheden voort te zetten, tot dat het waarnemingscentrum in opgericht.

3. De Intergouvernementele Conferentie als bedoeld in artikel N van het Verdrag betreffende de Europese Unie bespreekt een voorstel tot wijziging van het Verdrag dat erop gericht is uitdrukkelijk te voorzien in een communautaire bevoegdheid inzake bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat.