Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1732/96 van Marie-Paule KESTELIJN- SIERENS aan de Commissie. Statuut apothekersassistente

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1732/96 van Marie-Paule KESTELIJN- SIERENS aan de Commissie. Statuut apothekersassistente

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1732/96 van Marie-Paule KESTELIJN- SIERENS aan de Commissie. Statuut apothekersassistente

Publicatieblad Nr. C 356 van 25/11/1996 blz. 0090


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1732/96 van Marie-Paule Kestelijn-Sierens (ELDR) aan de Commissie (25 juni 1996)

Betreft: Statuut apothekersassistente

Kan de Commissie meedelen:

1. of alle lid-staten een specifieke opleiding kennen voor apothekersassistente? Zo niet, welke lid-staten niet?

2. Welke lid-staten het beroep van apothekersassistente erkennen als paramedisch beroep?

3. Of de apothekersassistenten in aanmerking kunnen komen voor algemene beroepsgelijkwaardigheid?

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie (5 september 1996)

1. en 2. Volgens de inlichtingen waarover de Commissie beschikt, is het beroep van apothekersassistent gereglementeerd in de volgende Lid-Staten: Denemarken, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Nederland en Portugal. In deze Lid-Staten bestaat dan ook een specifieke opleiding die toegang geeft tot het beroep.

Spanje, Finland en naar verluidt België zouden eveneens een specifieke opleiding voor apothekersassistent kennen, doch zonder dat het beroep als zodanig gereglementeerd is.

In Italië, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk is het beroep niet gereglementeerd en bestaat, voor zover de Commissie bekend, ook geen specifieke opleiding. Over Ierland en Luxemburg kan de Commissie geen uitsluitsel geven; het is evenwel zo goed als zeker dat het beroep er niet gereglementeerd is.

In de visie van de Commissie is het beroep van apothekersassistent een paramedisch beroep

3. Er bestaat geen communautaire definitie van het beroep van apothekersassistent en ook geen specifieke communautaire richtlijn die de voorwaarden voor de toegang tot en de uitoefening van dit beroep in de Lid-Staten aan de hand van minimale opleidingsvoorwaarden onderling aanpast. Daarom valt het beroep, wat de erkenning van de opleidingen betreft, onder de communautaire Richtlijnen 89/48/EEG ((PB L 19 van 24.1.1989. )) en 92/51/EEG ((PB L 209 van 24.7.1992. )) betreffende een algemeen stelsel van erkenning van beroepsopleidingen.

Deze richtlijnen verlangen niet dat de Lid-Staten de uitoefening van de beroepen die binnen de werkingssfeer ervan kunnen vallen, reglementeren en voorzien evenmin in een coördinatie van de opleidingen die tot die beroepen toegang verstrekken. Zij zijn alleen maar een toetssteen voor de noodzakelijke en voldoende voorwaarden waaraan beroepsopleidingen moeten beantwoorden, willen zij voor erkenning in andere Lid-Staten in aanmerking komen. Het staat de Lid-Staten bijgevolg vrij de toegang tot en de uitoefening van een beroep al dan niet te reglementeren en vast te stellen, welke minimumkwalificaties zij daarbij vereisen.

In het kader van de procedure van artikel 15 van Richtlijn 92/51/EEG hebben Denemarken, Duitsland en Nederland elk bij de Commissie een verzoek ingediend tot opneming in bijlage C bij deze richtlijn van de opleidingen van apothekersassistent.

Door opneming in bijlage C bij Richtlijn 92/51/EEG worden opleidingen die met een "certificaat¨ worden afgesloten (artikel 1, punt b) gelijkgesteld met opleidingen die met een "diploma¨ worden afgesloten (artikel 1, punt a), omdat zij - hoewel zij niet aan de vereisten van artikel 1, punt a, eerste alinea, tweede streepje, i) (strikte definitie van "diploma¨) voldoen - de houders op een vergelijkbaar niveau van opleiding en verantwoordelijkheid stellen.

De Commissie vestigt evenwel de aandacht van het geachte Parlementslid op artikel 5 van Richtlijn 92/51/EEG, dat uitdrukkelijk voorziet in een overstapregeling waardoor migrerende beroepsbeoefenaars met een opleidingsniveau van "certificaat¨ hun kwalificaties kunnen laten erkennen in Lid-Staten die voor de toegang tot een bepaald beroep een "diploma¨ verlangen.

De ingediende verzoeken worden thans door de Commissie onderzocht.