SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1937/96 van de leden Enrico FERRI , Pier CASINI aan de Commissie. Vrijstelling van BTW-heffing over nationale verbruiksbelasting en aanvullende regionale belasting op aardgasverbruik
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1937/96 van de leden Enrico FERRI , Pier CASINI aan de Commissie. Vrijstelling van BTW-heffing over nationale verbruiksbelasting en aanvullende regionale belasting op aardgasverbruik
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1937/96 van de leden Enrico FERRI , Pier CASINI aan de Commissie. Vrijstelling van BTW-heffing over nationale verbruiksbelasting en aanvullende regionale belasting op aardgasverbruik
Publicatieblad Nr. C 365 van 04/12/1996 blz. 0054
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1937/96 van Enrico Ferri (PPE) en Pier Casini (PPE) aan de Commissie (16 juli 1996)
Betreft: Vrijstelling van BTW-heffing over nationale verbruiksbelasting en aanvullende regionale belasting op aardgasverbruik
De opname in de maatstaf van heffing van de BTW van de belasting op aardgasverbruik en van aanvullende regionale belasting ex artikel 10 van wetsdecreet 15/977 leidt tot verschil in behandeling op communautair niveau en druist in tegen het rechtsgevoel.
Aardgas is in Italië duurder dan in welk ander land ook, niet alleen door de kostprijs, maar vooral vanwege de steeds hogere belastingen (nationaal, regionaal, enz.), zodat de belastingen nu meer dan de helft van de consumentenprijs uitmaken.
In de zesde richtlijn (77/388/EEG) ((PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. )) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lid-staten inzake omzetbelasting, waarbij een "gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde¨ werd ingevoerd, staat in hoofdstuk VIII, artikel 11, lid 2, onder meer het volgende: "In de maatstaf van heffing moeten worden opgenomen: a) belastingen, rechten en heffingen, met uitzondering van de belasting over de toegevoegde waarde zelf;¨
Gelet op de wetgevingssituatie in de verschillende lid-staten kan er in de regel alleen door EG-regelgeving een eind worden gemaakt aan een duidelijke onrechtvaardigheid zoals het heffen van belasting op een andere belasting. Is de Commissie bereid een richtlijn goed te keuren om de nationale wetgeving te wijzigen in dier voege dat, waar zulks mogelijk is, vrijstelling wordt verleend van heffing van BTW over nationale verbruiksbelasting en aanvullende regionale belasting op aardgasverbruik?
Antwoord van de heer Monti namens de Commissie (17 september 1996)
Het fundamentele concept van belasting over de toegevoegde waarde als algemene en veelomvattende verbruiksbelasting houdt in dat de maatstaf van heffing in waarde overeenkomt met de werkelijke uitgaven van de eindverbruiker voor goederen en diensten of, met andere woorden, met de geldelijke waardering van een bepaalde levering van goederen of diensten. Het is dan ook logisch dat belastingen, rechten, heffingen en kosten,
met uitzondering van de belasting over de toegevoegde waarde zelf, in de maatstaf van heffing worden opgenomen. Artikel 11 A, lid 2, onder a), van de Zesde BTW-Richtlijn is volkomen in overeenstemming met dit beginsel van belasting over de toegevoegde waarde. Derhalve heeft deze bepaling geen aanleiding gegeven tot discussie tussen de Lid-Staten. Het ligt niet in de bedoeling van de Commissie hierin verandering te brengen.