Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1977/96 van Per GAHRTON aan de Commissie. Dubbele BTW-heffing voor mobiele- telefoongebruikers in Zweden

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1977/96 van Per GAHRTON aan de Commissie. Dubbele BTW-heffing voor mobiele- telefoongebruikers in Zweden

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1977/96 van Per GAHRTON aan de Commissie. Dubbele BTW-heffing voor mobiele- telefoongebruikers in Zweden

Publicatieblad Nr. C 365 van 04/12/1996 blz. 0058


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1977/96 van Per Gahrton (V) aan de Commissie (12 juli 1996)

Betreft: Dubbele BTW-heffing voor mobiele-telefoongebruikers in Zweden

Volgens het Zweedse dagblad Dagens Nyheter van 1 juli 1996 betalen Zweedse mobiele-telefoongebruikers tweemaal BTW doordat de meeste EU-landen zich niet aan de communautaire richtlijnen houden wat betreft BTW-teruggaaf aan het Zweedse staatstelecombedrijf Telia. Dat leidt ertoe dat Telia zowel de buitenlandse BTW op het gebruik van mobiele-telefoonverbindingen in rekening brengt, als de Zweedse BTW, berekend over het totale gefactureerde basisbedrag, d.w.z. de gesprekskosten plus de buitenlandse BTW.

Acht de Commissie deze dubbele BTW-inning door Telia verenigbaar met de EU-regelgeving?

Welke maatregelen overweegt de Commissie om alle EU-lid-staten ertoe te brengen de desbetreffende richtlijn in acht te nemen, zodat Zweedse mobiele-telefoongebruikers niet twee keer BTW hoeven te betalen voor internationale gesprekken?

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie (17 september 1996)

Het gemeenschappelijk BTW-stelsel geeft geen aanleiding tot dubbele heffing binnen de Gemeenschap. Dubbele heffing wordt voorkomen door toepassing van een aftrek dan wel door teruggaaf in overeenstemming met de 8e Richtlijn betreffende de regeling voor de teruggaaf van de BTW aan niet in het binnenland gevestigde belastingplichtigen (79/1072/EEG) ((PB L 331 van 27.12.1979. )).

De Commissie heeft er van bij de invoering van het stelsel voor gezorgd dat bij de toepassing van de regeling voor de teruggaaf rekening wordt gehouden met de in de richtlijn vastgestelde termijn van zes maanden en dat de kosten voor de ondernemingen hierbij niet onnodig worden verzwaard. Zij heeft in dit verband verschillende keren procedures wegens schending van het Gemeenschapsrecht ingeleid wanneer de termijnen systematisch werden overschreden. Deze procedures hebben tot de veroordeling van die praktijken geleid (cfr. zaken C-287/91 en C-16/95).

Daarom wenst de Commissie de klagers ertoe aan te zetten haar nauwkeurige inlichtingen te verstrekken die van nut zouden kunnen zijn bij het onderzoek van eventuele inbreuken. De Commissie wijst er evenwel op dat dit probleem zich niet meer zal voordoen met het nieuwe BTW-stelsel op basis van heffing volgens het land van herkomst. In dit stelsel zal de aftrek van de belasting namelijk globaal door de belastingplichtige worden toegepast door afboeking op het bedrag van de verschuldigde belasting, ongeacht de plaats waar de aftrekbare belasting is voldaan. De speciale procedure voor teruggaaf, ingesteld bij de 8e BTW-Richtlijn, zal bijgevolg volledig komen te vervallen.