Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2255/96 van Klaus-Heiner LEHNE aan de Commissie. Concurrentie van de verkoopmaatschappijen voor auteursrechten (uitgeversmaatschappijen voor muziek)

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2255/96 van Klaus-Heiner LEHNE aan de Commissie. Concurrentie van de verkoopmaatschappijen voor auteursrechten (uitgeversmaatschappijen voor muziek)

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2255/96 van Klaus-Heiner LEHNE aan de Commissie. Concurrentie van de verkoopmaatschappijen voor auteursrechten (uitgeversmaatschappijen voor muziek)

Publicatieblad Nr. C 105 van 03/04/1997 blz. 0004


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2255/96 van Klaus-Heiner Lehne (PPE) aan de Commissie (9 augustus 1996)

Betreft: Concurrentie van de verkoopmaatschappijen voor auteursrechten (uitgeversmaatschappijen voor muziek)

De Europese Commissie heeft in haar Groenboek over de auteursrechten in de informatiemaatschappij de opvatting verdedigd dat de huidige nationale monopoliestructuren bij de uitgeversmaatschappijen voor muziek behouden moeten blijven en dat een opening naar een concurrentie tussen deze maatschappijen niet in de bedoeling ligt. Kan de Commissie ten aanzien hiervan mededelen:

1. of zij van mening is dat de belangen van consumenten onder deze omstandigheden wel voldoende in het oog worden gehouden?

2. of de bepalingen van de Verdragen zoals bijvoorbeeld artikel 7 A, 59 van het EEG-Verdrag niet vereisen dat een concurrentie wordt ingevoerd op Europees niveau tussen de uitgeversmaatschappijen voor muziek? Bestaat niet het gevaar dat verschillende tariefstructuren bij de verkoopmaatschappijen op het gebied van de muziek een ongelijke situatie op de binnenmarkt bewerkstelligen?

3. wat volgens haar pleit tegen de invoering van een concurrentie tussen de verschillende verkoopmaatschappijen?

4. of niet juist door de invoering van een concurrentie tussen de verschillende verkoopmaatschappijen de mogelijkheid wordt geboden om te komen tot aan de markt aangepaste verkooptarieven en om hiermede de belangen van de consumenten te behartigen?

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie (12 november 1996)

In het kader van het Groenboek over de auteursrechten in de informatiemaatschappij ((COM(95) 382 def. )) zijn de betrokken kringen uitvoerig geraadpleegd over het beheer van rechten. De Commissie heeft zich in dit groenboek niet uitgesproken over de structuur van de beheersmaatschappijen, omdat in het groenboek vooral aandacht werd besteed aan de verschillende wijzen waarop werken en diensten in de informatiemaatschappij kunnen worden beheerd.

Het collectief beheer is een van de wijzen waarop rechten momenteel worden beheerd. Het wordt algemeen beschouwd als een rationele manier om literaire en artistieke werken te exploiteren, omdat het een bevredigend evenwicht biedt tussen de belangen van de rechthebbenden en de culturele sector enerzijds en de gebruikers van de werken anderzijds. De Commissie heeft de rol van het collectief beheer in meerdere richtlijnen erkend. De bijzondere kenmerken van het collectief beheer rechtvaardigen in het algemeen de exclusieve positie van de beheersmaatschappijen ten opzichte van de gebruikers, omdat de rechthebbenden en deze gebruikers daarbij optimaal nut hebben. Hierdoor hebben de beheersmaatschappijen vaak een feitelijke machtspositie. Er is echter geen enkele bepaling die de oprichting van concurrerende beheersmaatschappijen verbiedt. In bepaalde Lid-Staten bestaan concurrerende maatschappijen die dezelfde werken beheren. In de praktijk leidt deze situatie in bepaalde gevallen tot hogere administratiekosten voor zowel de beheersmaatschappijen als de gebruikers, ten koste van de opbrengsten van de rechthebbenden en van de rechtszekerheid.

Hoewel deze maatschappijen een feitelijke machtspositie innemen, zijn de oprichting en de werking daarvan onderworpen aan bepaalde regels, die momenteel nog niet op communautair niveau zijn geharmoniseerd. Het Hof van Justitie heeft echter reeds lang geleden bepaald dat de mededingingsvoorschriften van toepassing zijn op deze instellingen en heeft reeds meermaals op grond van deze voorschriften bepaalde gedragingen van de beheersmaatschappijen goedgekeurd. Hierbij wordt ten volle rekening gehouden met de belangen van de consumenten, terwijl ook de rechten van de auteurs en van de bezitters van naburige rechten worden geëerbiedigd.

In het groenboek heeft de Commissie opgemerkt dat de bijzondere kenmerken van de multimediasector en van de exploitatie van werken via de digitale netwerken van de infromatiemaatschappij een rationalisatie van het beheer van de via deze netten verspreide werken en diensten noodzakelijk maken. In dit verband heeft de Commissie bepaalde hergroeperingen waargenomen in een aantal Lid-Staten, waarmee wordt beoogd gecentraliseerde beheersystemen tot stand te brengen. De Commissie heeft te kennen gegeven belangstelling te hebben voor deze verrichtingen, voor zover deze leiden tot een verbetering van de voorwaarden voor de verwerving van rechten. In elk geval dient dit proces op vrijwillige basis zijn beslag te krijgen, zoals bevestigd is tijdens de hoorzitting die de Commissie op 7 en 8 januari 1996 heeft gehouden. Ten slotte heeft de Commissie benadrukt dat de mededingingsregels bij deze concentraties in acht moeten worden genomen.

Ten slotte wil de Commissie erop wijzen dat de tarieven die deze organisaties hanteren het resultaat zijn van contractuele onderhandelingen, waarbij rekening moet worden gehouden met de markt en de betrokken belangen. Een tariefverschil op zich wil in geen geval zeggen dat er sprake is van oneerlijke transactievoorwaarden. Het Hof van Justitie heeft in dit verband opgemerkt dat vergelijkingen tussen tariefniveaus gemaakt dienen te worden op homogene basis en dat hierbij rekening moet worden gehouden met objectieve verschillen tussen de situaties in de verschillende Lid-Staten.