Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2457/96 van Pierre MOSCOVICI aan de Commissie. Voorwaarden voor de toegang van Europese burgers tot betaalde beroepsopleidingscursussen in een andere lid- staat

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2457/96 van Pierre MOSCOVICI aan de Commissie. Voorwaarden voor de toegang van Europese burgers tot betaalde beroepsopleidingscursussen in een andere lid- staat

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2457/96 van Pierre MOSCOVICI aan de Commissie. Voorwaarden voor de toegang van Europese burgers tot betaalde beroepsopleidingscursussen in een andere lid- staat

Publicatieblad Nr. C 365 van 04/12/1996 blz. 0116


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2457/96 van Pierre Moscovici (PSE) aan de Commissie (11 september 1996)

Betreft: Voorwaarden voor de toegang van Europese burgers tot betaalde beroepsopleidingscursussen in een andere lid-staat

Welke regelingen gelden voor de toegang van een burger van de Europese Unie tot beroepsopleidingscursussen in een andere lid-staat dan de zijne?

Verschillen deze voorwaarden voor bezoldigde en onbezoldigde cursussen?

Welk soort verblijfsvergunning kan met name in Frankrijk geëist worden voor de toegang tot een bezoldigde cursus?

Kan een lid-staat een Europees burger de toegang tot een cursus weigeren waarvan de bezoldiging door een openbare instelling gefinancierd wordt?

Antwoord van de heer Flynn namens de Commissie (16 oktober 1996)

Er bestaat geen specifieke communautaire wetgeving die de toegang van een burger van de Unie tot beroepsopleidingscursussen in een andere Lid-Staat dan de zijne regelt. Een aantal communautaire programma's hebben echter tot doel de mobiliteit van (onder andere) cursisten te bevorderen en te vergemakkelijken, zoals het Leonardo da Vinci-programma en het programma Opleiding en mobiliteit van onderzoekers.

Met betrekking tot de verblijfsvergunning kunnen de cursisten in verschillende situaties verkeren. Zo kan de cursist, indien hij effectief bezoldigde werkzaamheden in een ondergeschiktheidsrelatie verricht, zich beroepen op de status van communautair werknemer. Indien de cursus daarentegen niet aan deze voorwaarden voldoen, kan hij zich al naar gelang van het geval beroepen op de status van student, ontvanger van diensten of dienstverlener of eenvoudigweg onderdaan van een Lid-Staat die over toereikende bestaansmiddelen beschikt om te profiteren van Richtlijn 90/364/EEG betreffende het verblijfsrecht ((PB L 180 van 13.7.1990. )).

Met betrekking tot de voorwaarden voor de toegang van Europese burgers tot cursussen in de Lid-Staten geldt het beginsel dat niet gediscrimineerd mag worden op grond van nationaliteit. Zo mag een Lid-Staat de toegang van een Europees burger tot een opleidingscursus niet weigeren op grond van het feit dat die cursus door een openbare instelling wordt gefinancierd. Dit zou alleen anders zijn als de opleidingscursus rechtstreeks toegang zou geven tot een betrekking in overheidsdienst in de zin van artikel 48, lid 4, van het EG-Verdrag.