Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2506/96 van Frode KRISTOFFERSEN aan de Commissie. Dialoog tussen Commissie en nationale parlementen

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2506/96 van Frode KRISTOFFERSEN aan de Commissie. Dialoog tussen Commissie en nationale parlementen

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2506/96 van Frode KRISTOFFERSEN aan de Commissie. Dialoog tussen Commissie en nationale parlementen

Publicatieblad Nr. C 011 van 13/01/1997 blz. 0101


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2506/96 van Frode Kristoffersen (PPE) aan de Commissie (23 september 1996)

Betreft: Dialoog tussen Commissie en nationale parlementen

In haar antwoord op vraag H-0542/96 ((Handelingen van het Europees Parlement, nr. 4-487 (juli 1996). )) over de informatie van de nationale parlementen heeft de Commissie erop gewezen dat zij de permanente vertegenwoordigers van de EU-landen in Brussel beschouwt als het "gebruikelijke¨ kanaal voor het doorzenden van documenten naar de nationale instanties. In een werkdocument van de Commissie institutionele zaken van het Europees Parlement van 25 juli (PE 218.746) wordt echter voorgesteld deze gang van zaken te wijzigen opdat voorstellen voor initiatieven van de EU rechtstreeks (bij voorkeur langs electronische weg) worden toegezonden aan de nationale parlementen, waardoor deze tegelijkertijd met het Europees Parlement op de hoogte worden gesteld van de voorstellen. In het werkdocument wordt eveneens een procedure voorgesteld in het kader waarvan de leden van de Commissie stelselmatiger bijeenkomsten in de nationale parlementen beleggen (of hen belangrijke nieuwe Commissievoorstellen voorleggen).

Kan de Commissie in aansluiting op haar antwoord van 16 juli 1996 mededelen of zij een dialoog met de nationale parlementen een waardevol element acht in het streven de belangstelling van de publieke opinie voor de samenwerking in de EU op te voeren en, zo ja, of zij overweegt de contacten met de parlementen aan te halen door o.a. in te gaan op de aanbevelingen in voornoemd werkdocument van de Commissie institutionele zaken van het Europees Parlement?

Antwoord van de heer Oreja namens de Commissie (24 oktober 1996)

De Commissie kan slechts bevestigen dat zij de permanente vertegenwoordigers van de Lid-Staten in Brussel beschouwt als het gebruikelijke eerste kanaal voor het toezenden van documenten aan de nationale instanties. De Commissie heeft verzoeken ontvangen van nationale parlementen om wetgevingsvoorstellen onmiddellijk na de indiening bij de Raad en het Europees Parlement beschikbaar te stellen. Het meest recente verzoek is afkomstig van het Deense parlement, dat de Commissie heeft gevraagd deze teksten langs elektronische weg beschikbaar te stellen. Dit zou natuurlijk technisch mogelijk zijn, maar omdat dit raakt aan de betrekkingen tussen de nationale regeringen en de nationale parlementen, heeft de Commissie deze vraag voorgelegd aan de Raad, wiens reactie zij afwacht.

Van tijd tot tijd wonen leden van de Commissie en hoge ambtenaren vergaderingen bij van commissies van nationale parlementen om op hun verzoek voorstellen toe te lichten. De Commissie wijst er echter op dat zij volgens het Verdrag in de eerste plaats verantwoording verschuldigd is aan het Europees Parlement.