SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3039/96 van Bernd LANGE aan de Commissie. Beschermende kleding voor motorrijders - Het testen van protectoren

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3039/96 van Bernd Lange (PSE) aan de Commissie (31 oktober 1996)

Betreft: Beschermende kleding voor motorrijders - Het testen van protectoren

Om de beschermende kleding van motorrijders te verbeteren worden steeds meer zgn. protectoren in deze kleding verwerkt. De protectoren worden overeenkomstig de EG 95-norm getest.

1. Is een dergelijke statische test, waarbij metaal met metaal in aanraking wordt gebracht, geschikt om mogelijke ongevallensituaties te simuleren?

2. Vloeien uit de enige criteria voor de protectoren, nl. hardheid, ook niet verwondingsrisico's voor de dragers ervan voort?

3. Zou bij het houden van een test en het vaststellen van een norm niet een naar het lichaam gekeerde kreukelzone in acht moeten worden genomen en een zo goed mogelijke simulatie van een ongeval moeten worden uitgevoerd?

Antwoord van de heer Bangemann namens de Commissie (28 november 1996)

De beschermende onderdelen die in kleding worden aangebracht om bepaalde lichaamsdelen (ellebogen, schouders, knieën, enz.) beter te beschermen, moeten als persoonlijke beschermingsmiddelen worden beschouwd en derhalve in overeenstemming zijn met Richtlijn 89/686/EEG ((Richtlijn 89/686/EEG (PB L 399 van 30.12.1989), gewijzigd bij de Richtlijnen 93/68/EEG (PB L 220 van 30.8.1993), 93/95/EEG (PB L 276 van 9.11.1993) en 96/58/EG (PB L 236 van 18.9.1996). )) inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen.

1. De in de kleding aangebrachte protectoren zijn meestal van kunststof vervaardigd en zijn bedoeld om schokeffecten over het lichaam te verdelen. Voor zover de Commissie bekend is, worden ze niet van metaal vervaardigd. Deze protectoren worden onderworpen aan een EG-type-onderzoek, dat door een erkende keuringsinstantie wordt uitgevoerd. Daarbij worden de nodige proeven uitgevoerd, waarbij rekening wordt gehouden met mogelijke ongevalssituaties, om te controleren of ze in overeenstemming zijn met de desbetreffende bepalingen van Richtlijn 89/686/EEG. Indien blijkt dat ze aan de essentiële vereisten van deze richtlijn voldoen, wordt de EG-markering erop aangebracht.

2. De protectoren hebben afgeronde hoeken en zijn zodanig gevormd dat het risico op verwondingen tot een minimum wordt beperkt. Bovendien worden zij vervaardigd van materialen die schokken verdelen of energie absorberen ten einde de gevolgen van ongevallen zoveel mogelijk te beperken.

3. Het is uiterst moeilijk kreukelzones aan te brengen om schokken bij ongevallen op te vangen. De Commissie zal samen met de betrokken partijen, met name de fabrikanten en de keuringsinstanties, nagaan in hoeverre het mogelijk is simulaties van ongevallen uit te voeren ten einde de protectoren te verbeteren.