Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3138/96 van Rinaldo BONTEMPI aan de Commissie. Beheer van de lijst van geschikte kandidaten na het vergelijkend onderzoek COM/A/770 en COM/A/764 voor adjunct- administrateurs A7 en A8

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3138/96 van Rinaldo BONTEMPI aan de Commissie. Beheer van de lijst van geschikte kandidaten na het vergelijkend onderzoek COM/A/770 en COM/A/764 voor adjunct- administrateurs A7 en A8

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3138/96 van Rinaldo BONTEMPI aan de Commissie. Beheer van de lijst van geschikte kandidaten na het vergelijkend onderzoek COM/A/770 en COM/A/764 voor adjunct- administrateurs A7 en A8

Publicatieblad Nr. C 096 van 24/03/1997 blz. 0065


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3138/96 van Rinaldo Bontempi (PSE) aan de Commissie (22 november 1996)

Betreft: Beheer van de lijst van geschikte kandidaten na het vergelijkend onderzoek COM/A/770 en COM/A/764 voor adjunct-administrateurs A7 en A8

Na afloop van het algemeen vergelijkend onderzoek COM/A/770 en COM/A/764 voor adjunct-administrateurs A7 en A8 (93/C 199/01) is een lijst opgesteld van 300 geschikte kandidaten voor elk niveau, in plaats van 150 zoals eerst bij de aankondiging van het vergelijkend onderzoek was gevraagd, wegens het zeer grote aantal kandidaten (56.000) en het hoge niveau van velen ervan.

In de twee jaar na afsluiting van het onderzoek is slechts een klein deel van de 600 geschikt bevonden personen aangeworven en in deze periode was de houding van de Commissie weinig lineair.

In juni 1995 riep DG IX allen die waren geslaagd op voor een gesprek bij de desbetreffende DG's en een volledig medisch onderzoek dat normalerwijze aanwerving voorafgaat, ondanks dat op die datum de andere DG's en de Commissiediensten op alle niveaus informeel hadden verklaard dat zij in de meeste gevallen geen personeel meer konden aannemen wegens de budgettaire restricties en de verplichte voorrang voor de burgers van de nieuwe lid-staten.

Toen deze situatie voortduurde, stelde de Commissie in juni 1996 voor de geldigheid van de reservelijst tot eind 1997 te verlengen. Diezelfde maanden werd voorgesteld een nieuw algemeen vergelijkend onderzoek te organiseren dat in feite de kans op aanwerving voor de geslaagde kandidaten van het vorige onderzoek verder zou verminderen of geheel uitsluiten.

Afgezien natuurlijk van de reputatie en geloofwaardigheid van de Europese instellingen die in dit geval op het spel staan, gaat het hier om een overduidelijke verspilling van middelen: alle geslaagden ondergingen een volledig medisch onderzoek (vanzelfsprekend kwamen reis- en verblijfkosten ten laste van de Commissie) dat slechts zes maanden geldig is, ook al was bekend dat de kans op aanwerving gedurende die periode minimaal was.

Onder de huidige omstandigheden zou de publikatie van een nieuw vergelijkend onderzoek (waarover gesproken wordt), terwijl de vorige reservelijst verre van uitgeput is, de uitgaven voor de selectie van personeel verdubbelen, juist op een moment waarop de geslaagden voor vorige vergelijkende onderzoeken te horen krijgen dat er geen voldoende middelen zijn om ze aan te werven.

Wat denkt de Commisie aan deze situatie te doen, welke zijn haar aanwervingsplannen op korte en middellange termijn en is het waar dat zij overweegt opnieuw een algemeen vergelijkend onderzoek uit te schrijven?

Antwoord van de heer Liikanen namens de Commissie (7 januari 1997)

De vergelijkende onderzoeken COM/A/764 en COM/A/770 werden in juli 1993 gepubliceerd en respectievelijk in november en december 1994 voltooid. Meer dan 150 van de 300 voor het vergelijkend onderzoek COM/A/770 geslaagde kandidaten en 220 van de 300 voor het vergelijkend onderzoek COM/A/764 geslaagde kandidaten zijn reeds aangeworven. De geldigheidsduur van de reservelijsten is momenteel verlengd tot einde 1997 en het is de bedoeling dat nog meer geslaagde kandidaten worden aangeworven.

Sinds januari 1995 heeft de Commissie ongeveer 250 burgers van de drie nieuwe Lid-Staten aangeworven als ambtenaren in categorie A. Enkele van deze ambtenaren zijn aangeworven op posten die voorheen door burgers van de twaalf waren bezet. Zonder de uitbreiding zouden er derhalve wellicht meer ambtenaren zijn aanageworven op grond van de vergelijkende onderzoeken COM/A/770 en COM/A/764. Het aanwervingspercentage van deze vergelijkende onderzoeken kan echter in elk geval bevredigend worden genoemd. De Commissie herinnert eraan dat in het Statuut over reservelijsten is bepaald: "zo mogelijk moet het aantal op deze lijst geplaatste kandidaten ten minste tweemaal het aantal ambten bedragen die de inzet van het vergelijkend onderzoek vormen¨.

Alle op de reservelijsten vermelde kandidaten werden opgeropen om hun een gelijke en billijke kans op aanwerving te verzekeren. Het was zinvol om deze kandidaten een medisch onderzoek te laten ondergaan naar aanleiding van hun sollicitatiegesprek, aangezien zo de kosten van een volgende reis naar Brussel enkel voor dit doel konden worden vermeden voor hen aan wie binnen de daaropvolgende zes maanden een betrekking werd aangeboden.

Er werd nog geen beslissing genomen betreffende latere vergelijkende onderzoeken voor ambtenaren van categorie A. Hopelijk kunnen deze op inter-institutionele basis worden gehouden. Op te merken valt dat nieuwe vergelijkende onderzoeken die in 1997 worden begonnen ongeveer een jaar zullen duren, zodat de reservelijst pas in 1998 beschikbaar zal zijn.