Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3296/96 van José GARCÍA-MARGALLO Y MARFIL aan de Commissie. Berekening van inkomsten uit eigendom voor het BIP

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3296/96 van José GARCÍA-MARGALLO Y MARFIL aan de Commissie. Berekening van inkomsten uit eigendom voor het BIP

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3296/96 van José GARCÍA-MARGALLO Y MARFIL aan de Commissie. Berekening van inkomsten uit eigendom voor het BIP

Publicatieblad Nr. C 105 van 03/04/1997 blz. 0069


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3296/96 van José García-Margallo y Marfil (PPE) aan de Commissie (5 december 1996)

Betreft: Berekening van inkomsten uit eigendom voor het BIP

In de media wordt met steeds meer nadruk gewezen op de bestaande moeilijkheden bij het vaststellen van algemeen aanvaardbare statistische berekeningswijzen.

Hoe wordt het inkomen uit eigendom van onroerende goederen voor de berekening van het BIP in het Verenigd Koninkrijk berekend?

Gecombineerd Antwoord van de heer de Silguy namens de Commissie op de schritftelijke vragen E-3282/96, E-3283/96, E-3284/96, E-3285/96, E-3286/96, E-3287/96, E-3288/96, E-3289/96, E-3290/96, E-3291/96, E-3292/96, E-3293/96, E-3294/96, E-3295/96, E-3296/96 en E-3297/96 (27 januari 1997)

Binnenkort zal de berekening van de huurwaarde in de Gemeenschap volledig geharmoniseerd zijn. In 1995 heeft de Commissie immers haar goedkeuring gehecht aan Beschikking 95/309/EG ((PB L 186 van 5.8.1995. )) houdende nadere invulling van de beginselen voor de schatting van diensten uit woningbezit ter uitvoering van artikel 1 van Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad betreffende de harmonisatie van de opstelling van het bruto nationaal product tegen marktprijzen ((PB L 49 van 21.2.1989. )) (BNP-Richtlijn). Deze beschikking was het resultaat van enige jaren beraad en overleg met de bureaus voor de statistiek van de Lid-Staten en maakt deel uit van de harmonisatiewerkzaamheden die met het oog op de tenuitvoerlegging van de BNP-Richtlijn werden ondernomen. Deze werkzaamheden zullen eind 1998 afgerond zijn. Dan moeten alle verschillen tussen de in de Lid-Staten gangbare statistische beginselen en methoden weggewerkt zijn en zal voor de opstelling van de nationale rekeningen het nieuwe Europees systeem van rekeningen (ESR 95) in gebruik worden genomen.

Overeenkomstig de in de beschikking neergelegde gemeenschappelijke beginselen voor de schatting van huurwaarden moet de huurwaarde van een woning die door de eigenaar wordt bewoond, worden bepaald aan de hand van de werkelijke markthuur voor een vergelijkbare woning. Voor de toepassing van het in het ESER van 1979 gehanteerde begrip "vergelijkbare woning¨ voert de beschikking een aantal statistische schattingsbeginselen in die samen de stratificatiemethode vormen. Bij deze methode voor het schatten van de huurwaarde wordt een uitsplitsing van de totale woningvoorraad in diverse strata gecombineerd met informatie over de werkelijk betaalde huur per stratum. De beschikking voorziet in een reeks stappen die resulteren in een op de werkelijke huur voor vergelijkbare woningen gebaseerde schatting van de huurwaarde. Bij de eerste stap wordt de woningvoorraad ingedeeld op basis van een aantal variabelen zoals grootte van de woning, omgevingskenmerken, faciliteiten en sociaal-economische factoren. Deze indeling moet ten minste 30 verschillende strata opleveren. De tweede stap is de schatting, op basis van een steekproef, van een gemiddelde huur voor ieder stratum. Bij de laatste stap wordt deze huur toegerekend aan de tot hetzelfde stratum behorende woningen die door de eigenaar worden bewoond (de huurwaarde). In de beschikking worden ook nog andere beginselen vastgelegd, namelijk met betrekking tot de schatting van diensten uit woningbezit in bijzondere gevallen (zoals leegstaande of vakantiewoningen) en de extrapolatie van schattingen op grond van basisjaren. De beschikking regelt ten slotte ook de behandeling van het intermediair verbruik en de transacties met het buitenland.

Krachtens artikel 2 van de beschikking moet de schatting van diensten uit woningbezit overeenkomstig de in de beschikking aangegeven beginselen uiterlijk op 30 september 1996 aan de Commissie worden voorgelegd. Voor de in oktober 1996 meegedeelde BNP-cijfers hadden de Lid-Staten bijgevolg de geharmoniseerde beginselen moeten toepassen. Momenteel wordt nagegaan welke methoden zij hebben gehanteerd.